|
|
DD
= Dames Dubbel
(Geux en Koogje)
KOOGJE:
Voor mij is een stukje
schrijven, in tegenstelling tot Geux, écht niet zo eenvoudig. Ik kan me
dan wel een slag in de rondte lullen maar een stukje moet toch enigszins
hout snijden. En aangezien ik momenteel vol zit van alle ellende die de
Tsunami veroorzaakt heeft, merk ik dat ik het totaal irrelevant vind wat
ik mogelijkerwijs te zeggen zou kunnen hebben - over wat dan ook.
Ik hoor aan wat alle mensen van alle landen bijeen aan het brengen zijn om
de nood te ledigen.
In mijn achterhoofd verdenk ik sommige landen ervan om een competitie aan
te zijn gegaan met elkaar over de hoogte van HUN bedrag. Belachelijk
natuurlijk, maar ook hieruit blijkt maar weer hoe kleinzielig en flauw de
mens kan zijn. Minister Remkes krijgt ook een fikse veeg uit de pan. Hè hè,
wat is dat lekker zeg, om al die onverkwikkelijke verwikkelingen zich af
te zien wikkelen in je eigen huiskamer. Dan gebeurt er toch nog iets
leuks. Bah bah..
En zo sukkelen we het nieuwe jaar in. Een jaar dat zo'n glansloze start
heeft gemaakt zal het niet gemakkelijk krijgen om deze doffe ellende te
overtroeven met iets moois. Maar wie weet kijken we volgende maand weer
naar iets anders op onze vonkenpul (tv) en is alle aandacht vervaagd en
weten we over 2 maanden niet eens meer wat een Tsunami ook al weer was?
GEUX:
Het
lijkt alleen eenvoudig Lisette, en ondanks alle rampspoed in de wereld
vind ik – bijna vanzelf – de ‘normale’ portie ellende in: de
avond van de korte lontjes…
Want
na zowat een hele nacht doorhalen van de jongste, dreigt ernstig
instortingsgevaar.
Met veel ijver en enthousiasme is hij op oudejaarsdag om acht uur ’s
morgens begonnen met het afsteken van vuurwerk – vanuit zijn
slaapkamerraam, zijn vensterbank heeft hij gebruikt als
lanceerplatform. Hij dacht de illegale daad nog even te kunnen ontkennen,
maar aangezien de zwaveldampen over de overloop kringelen en ik stellig
beweer dat jongste sprekend op Pinokio lijkt – en dat de hele zak
vuurwerk van Pinokio linea recta in een emmer water verdwijnt, wanneer
Pinokio zich niet kan beheersen – kiest hij eieren voor zijn geld.
Om vervolgens om drie minuten vóór tien helemaal ‘los’ te gaan –
hij mag dan op het pleintje, samen met zijn vriendje, afsteken wat hij
wil. Vanuit het keukenraam slaan wij het tweetal gade. Wat er nu precies
zo leuk is aan vuurwerk afsteken, is ons niet helemaal duidelijk.
Ook middelste waagt zich met enige regelmaat aan de knallers, flitsende
pijlen en rokende rotjes.
Wij
tellen iedere keer alle vingers maar weer na – tot het moment dat al het
vuurwerk in de lucht is verdwenen. Heb ik het over een uur of half twee
’s nachts. Genoten? Genoten!
Jongste
ziet eruit als een te vroeg ontploft raketje – ruikt ook zo, en kruipt
ingelukkig ongewassen tussen de lakens.
De volgende ochtend moet het pleintje aangeveegd worden.
Het enthousiasme is ver te zoeken bij de beide heren, maar goed, vooruit,
als het van jou moet…
Zo sleept de nieuwjaarsdag zich voort, niets gaat meer van harte.
Ik laat mij ’s avonds zuchtend ontvallen dat het écht een avond van de
korte lontjes is. Iedereen reageert geïrriteerd, iedereen is moe. Ik hoef
verder niets uit te leggen. Licht ontvlambaar verdwijnt de jongste jankend
achter de door hem zojuist dichtgeslagen deur.
De
uitdrukking een avond van de korte lontjes, vindt de rest van de
week gretig aftrek: als de heren elkaar willen stangen jagen ze elkaar met
deze woorden hoog de gordijnen in!
Wat
je erin stopt, komt er weer uit…
|
|