Het is
niet zo, dat wij – Nederlanders – altijd en eeuwig over het
weer moeten zeiken. We doén dat wel, maar dat is omdat het
gewoonweg niet anders kán. Onze lijven zijn niet toegerust op de
snelle klimaatswisselingen. Omdat er een flinke bui op komst is,
ga ik zodadelijk het platdak op om de regenwaterafvoer vrij te
maken. Ik zag er laatst vier weken lang blijvend een plens water
op staan, waar de overvliegende eenden met enige afgunst naar
keken.
Er groeit
zelfs een pluk gras op, dat de jongste doet denken aan
rijstplantjes op sawa’s.
Is het dan
nooit goed? Jawel, dit is heel goed (alsof er iets te kiezen valt)
– alleen, voor we aan deze temperaturen gewend zijn,
slaat het weer om.
En daar
mag een mens rustig wat over zeuren.
Zo zat ik
deze zomer voor de eerste keer in mijn leven in een auto met
climatcontrol.
Ik zal u
zeggen: een bijzonder relaxte ervaring.
Mijn auto
heeft allang de controle over van alles en nog wat verloren, en
met het klimaat in ons land wil hij alleen maar op mijn
handbediening reageren.
Ik draai
het raampje open, of ik draai het raampje dicht.
Dat heeft
met beheersing van de situatie niets te maken, want hij controled
- uit zichzelf - helemaal niets. Het gebeurt vaak genoeg dat het
raam niet meer te sluiten is.
Bij regen
heb ik een ingebouwde sprinklerinstallatie die ergens langs de
voorruit water pakt en enthousiast mijn rechter voet koelt.
De radio
kan nooit af (terwijl er niet altijd geluid uitkomt, de autoradio lijkt
ook alleen maar op een radio) en de verlichting laat het
regelmatig helemaal afweten.
Geen
richtingaanwijzers, geen koplampen, nada, nop, nikkes.
Als ie wil
starten.
Als ie
niet wil starten, heb ik van al die dingen helemaal geen last. Dan
is het fietsen geblazen.
Hoe hij
zich gedraagt bij lage temperaturen, weet u al… – niet. Hij
gedraagt zich n i e t .
Niet als
een auto tenminste.
En dat u
in mijn auto niet mag roken, heeft niet zozeer met uw of mijn
gezondheid te maken.
Maar: de
asbak is zowat het enige bewegend onderdeel waar niets mee loos
is. Dat onderdeel wil ik sparen…(Zeker nadat Hond zijn tanden in
de rechter armleuning heeft gezet, een kartonnen doos aan stukken
heeft gescheurd en als grote stukken confetti door het interieur
heeft verspreid – maar dát kan in iedere auto gebeuren.)
"Zou
jij dan een moderne auto willen?" vraagt de liefste, met een
stem vol ongeloof.
Hij is
helemaal verslingerd aan zijn oldtimer.
Ja hoor,
ik wel! – antwoord ik, lux verwend nest dat ik ben.
Ik zou
best wel een auto willen, die het gewoon doet.
Waar ik
niet bij het omdraaien van de contactsleutel, al verrast wordt
door het volgende avontuur wat me met dit vervoermiddel altijd om
de hoek bespringt. Een, die wat minder weg heeft van een aquarium.
Of een waar de ramen niet voortdurend naar beneden zakken. Waar de
zekeringen niet uitroesten. Een die verwarming heeft, zónder
LPG-geur. Eentje, die niet alleen de condens tegen de ruiten jaagt
zodat je voortdurend ramen moet lappen en waarbij ik bij vorst de
binnenkant nooit ijsvrij krijg. Iets overdekts op wielen, waar je
niet als een ijslolly uitkomt. Een auto die gewoon richting
aangeeft – als je richting aangeeft, zodat ik niet gedwongen ben
om het halve dorp door te rijden omdat de achterligger niet kan
zien, dat ik afrem om de hoek om te gaan!
Het is een
goed-weer-auto, zeg ik dan.
Hij zegt
dat ik overdrijf.
Hij heeft
gelijk.
Drijf
klopt.
Na mijn
relaas, heeft de liefste het allemaal eens opnieuw bekeken.
Er was
iets met ‘aarde’ , waardoor het stroomafhankelijke gedeelte
nooit optima forma zijn gang kon gaan. Zo simpel kan het soms
zijn. Dus, als ik nu naar links wil, dan kan ik met mijn
richtingaanwijzer die richting aangeven. Rechts, doet het ook
prima. En ik heb weer licht. Zo! Ik kan zelfs kiezen.
Ook de
radio lijkt iets te produceren…
Het
mechanische draaiwerk heeft meegenoten van alle aandacht.
Het
rechter raam kan weer open én dicht, zonder voortdurend de
glasplaat in het deurtussenschot kwijt te raken.
Het lekje
valt dan bij nader inzien nog mee – er is mee te leven (het zal
wel moeten), en omdat ik in de auto niet rook, snuif ik nog maar
even LPG. Een nieuwe uitlaat doet volgens mij wonderen, maar de
liefste zegt dat dit helemaal nog niet nodig is.
Het buiten
én binnen ijs afkrabben, dáár is niets aan te doen…
Maar als
ik ooit de honderdduizend win, en dat bedoel ik echt niet
vervelend hoor schat – dan mag dit exemplaar met pensioen en dan
rijd ik nóóit meer in een oude auto.