Op 22 januari 2003 mogen we allemaal weer. U kunt
het rode potlood thuislaten want in (bijna?) alle Brabantse
gemeenten wordt er gestemd via een stemmachine. Daardoor boet het
enigszins aan charme in, die de daad vroeger inhield. We hebben
tenslotte niet voor niets op de kleuterschool geleerd om binnen de
lijntjes te kleuren en later binnen de overeenkomstige lijntjes te
leven. Voor het oog van het kerkvolk, want daarbuiten schaatsen
velen scheef. Maar: hoe nu verder? Wat gaan we doen op deze
belangrijke dag?
Tijdens
een zaterdagavondborrel met lieve vrienden blijkt de politiek
springlevend. Behalve dat we ons gezellig druk kunnen maken over
de Brabantse bestuurlijke beslommeringen, wagen de gesprekken zich
voorzichtig buiten de provinciegrens richting het Haagse Pluche en
weten we zelfs wat Wereldse vraagstukken op te lossen. Bij wijze
van spreken, want al pratend (en steeds verder boven ons
gemiddelde theewater) raken we langzamerhand aardig in de frut.
Wat voor het ene vraagstuk een grandioze oplossing lijkt te zijn,
is weer funest voor een andere kwetsbare categorie. En over alles
waar we klein en dicht bij huis over beginnen, eindigen we in
grote conflicten. Met onderlinge belangen, eerder gemaakte
afspraken, rolpatronen, geld, olie, honger, industriële
vooruitgang, big brother, automatisering, onderwijs,
gezondheidszorg, sociale controle en zelfs – daar komen ze weer
– dé normen en dé waarden. Terwijl de flessen leger worden,
raken we al voller van het eigen gelijk.
In
gesprekken liggen drie dingen altijd zeker gevoelig: politiek,
geloofsovertuiging en salarissen. De kunst om je de verschillende
standpunten niet persoonlijk aan te trekken, is binnen het debat
dan ook van groot belang. En hoe harder ‘men’ begint te roepen
dat ‘men zich nergens meer over verbaast’, hoe meer het mij
verwondert.
(Ik
heb daar niets eens borrel voor nodig. Ik verbaas me vaak zomaar
bij een kop thee, over allerlei ‘pietluttigheden’ waar een
ander overheen stapt. Het went. Het went ook, dat de door mij
uitgesproken verwondering soms bij gespreksgenoten enige lichte
irritatie wekt. Het wennen zit dus voornamelijk aan míjn kant.
Wat ik inmiddels wel geleerd heb, is om deze signalen naar het al
dan niet voortzetten van de discussie te buigen. Ik hou daarom de
woorden wel eens binnen, met moeite.) Maar ik word er niet
vrolijker van…
Gisterenavond
hebben we het invullen van de STEMWIJZER op internet even onder de
loep genomen. Volgens mij geeft het alleen de richting van
het ouderwetse potlood aan: kleurt u het vakje met streepjes naar
links, of gaan de streepjes naar rechts? Men zou, na het bepalen
van de politieke voorkeur even over de schouder moeten kunnen
kijken of extra dode-hoek-spiegelen, en dat kán als de aangewezen
partijprogramma’s gelezen worden vóórdat het hokje definitief
wordt ingevuld. "Ja, en wié doet dat?" wordt mij
terecht gevraagd. Weet ik véél? Het lijkt mij gewoon een gezond
idee… Even verderop probeert een aangetrouwd (en nog steeds
bevriend) familielid mij ervan te overtuigen dat allochtone
minderheden positief gediscrimineerd zouden moeten worden, als het
gaat over deelname aan en posities in de landelijke politiek. En
hij heeft gelijk! Tuurlijk! Ik ben het helemaal met hem eens: dat
het schandalig is, dat onze volksvertegenwoordiging geen
afspiegeling is van de multiculturele samenleving. Maar, wat mij
eveneens verbaast, en ik dus even schandalig vind, is dat, ten
aanzien van vrouwen – die al eeuwen hier rondsjouwen en
ook expliciet al eeuwen aantoonbaar hun steen
maatschappelijk bijdragen – niemand een dergelijke doeltreffende
maatregel tot een verhoging van politieke deelname van deze
bevolkingsgroep realiseert. Ik zie aan zijn blik dat het moment is
aangebroken om vooral niet gezelliger te worden als ik al ben. Eh,
proost. Voorzichtig probeer ik nog even, dat één vrouw op het
bordes naast Hare Saaiemeid (toch meer gedronken als ik dacht…)
niet echt in verhouding te noemen is. Zijn tegenwerping dat er wel
ooit meer gestaan hebben, wuif ik simpel weg met de redenatie dat
ik nog nooit fifty/fifty op de bedoelde trappen en in de bedoelde
functies heb gezien. Zijn blik draait zich nog nadrukkelijker van
mij af. Signaal!
Eerder
die avond had ik al verkondigd dat het al dan niet dragen van de
chador, burqa of hoofddoek eigenlijk een dwingend
moslimmannenmachtsmiddel betreft, en daar werd hij óók al niet
goed van. Dat ik het positief wilde zien, met de bewering dat
moslimvrouwen in ieder geval qua onderwijs hoger scoren als de
ándere sekse en zij dus op den duur daar waarschijnlijk hun (en
ons aller) voordeel mee zullen gaan doen, redde de avond niet
echt.
Nieuwsgierigheid
dwingt tot nader onderzoek, want ik kan na inname van wat
spiritualia natuurlijk beweren wat ik wil. Broodnuchter wil ik op
zondagochtend liever w e t e n , dus: leve de laptop, de kabel en
het CBS.
Wij
zijn met een slordige 16.1 miljoen Nederlanders, waarvan 3 miljoen
allochtonen en daarvan zijn 1.6 miljoen mensen van niet-westerse
afkomst. De levensduur van vrouwen ligt bijna vijf jaar hoger als
die van mannen. Dat lees ik, ik heb het zelf niet nageteld – ik
hoop dat u het van het CBS wilt aannemen. Een site-je verder vind
ik de kerncijfers van de totale Nederlandse bevolking: mannen
7.971.967 en 8.133.318 vrouwen.
Er
is vast en zeker ergens iemand te vinden die deze cijfers
hartstikke goed naar de vele maatpakken, één jurk, núl
hoofddoek en núl boernoes op het bordes kan vertalen. Intuïtie
zegt me dat, alle ‘gelijke’ kansen en alle ‘positieve
discriminatie’ ten spijt, er iets niet helemaal deugd aan de
samenstelling van welk kabinet ook. Eerlijk is eerlijk, naar rato
lijkt het in de rest van Nederland ook nog nergens naar. Als ik
dan hier de hand even naast eigen boezem mag steken, voel ik hier
bij CuBra ook de stevige schouders van de heren Naarus en Ed.
Verder word ik warm omringd door meneer Piet, meneer Ed II, en de
heren Cees & Willem. Mooie krachtige oer-Hollandse
jongensnamen, toffe gasten en beslist geen dooie boel, al geeft
bijna de helft met de koude hand. Naar beneden kijken, helpt niet
– het gaat er niet van weg.
Daarom,
als u ZUS stemt, aan een partijvrouw van uw doordachte
keuze uw politieke voorkeursstem geeft, (om te beginnen) dan snap
ik dat… |