Het hele
land is in de ban geraakt van Amalia. Dankbaar, vooral dankbaar en
het volk is gelukkig.
Ja hoor,
ik ben ook altijd blij met nieuwe kindertjes, al moet ik zeggen
dat ik nog blijer ben, dat ze niet van mij is. Ik moet er niet aan
denken om opnieuw in de babytralala terecht te komen – ook niet
in de tralala van Amalia.
Of de
kroonprins haar al een schone luier omgedaan had: nou nee, de
kroonprins vond het twee hele hectische dagen en heeft blijkbaar
nog geen kans gezien om zich met zoiets als een luier bezig te
houden. Je zult toch ook maar als versgebakken vader, ál die
beschuiten moeten smeren…
Volgens de
liefste herbergt landgoed "de Horsten" een normaal
gezin.
Achter de
voordeur is niets koninklijks, zijn het nét gewone mensen.
Ik geloof
daar niets van. Ik denk wel dat ze het gewone proberen te
imiteren, dat ze alleen daarom een IKEA interieur hebben en hun
serviesgoed Kvarby en hun bestek Krön heet.
Maar als
ze het even niet meer weten, is er deskundige gewone hulp
voor handen.
…Máximamma
kan niet koken, Palex kan niet strijken, Oma Maria Carmen weet
niet hoe de zuinige Nederlandse dunschiller werkt, Opoe Trix heeft
problemen met de droger, Oom Friso en Tante Mabel willen wel
babysitten, als Amaliaatje tenminste niet zoveel jankt – want ze
hebben al genoeg geblèr aan hun hoofd gehad, de laatste weken.
Natuurlijk
zijn dit gewone mensen, alleen de rest van de wereld is gek.
Brave
Christelijke Gemeenteraadsleden gaan om tien uur op maandagochtend
aan de Oranjebitter en uit allerlei kanonnen wordt honderd en
één keer geschoten – wat geturfd moet worden door een grote
Gele Rijder. Een superman, uit het jaar NUL. Vier even grote
streepjes naast elkaar in een schriftje, streepie erdoor, tellen,
twintig blokjes goed bijhouden, één eenzaam streepje en dan
roepen: HONDERDENÉÉN! Sommige tradities moet je niet langer in
ere willen houden…
Alle pers,
perst zichzelf weeïg een ongeluk in ochtenddonker en vrieskou.
Palex gaat
ten Gemeentehuize aangifte doen van zijn dochter, waar het
geschreven document allang klaar ligt. ‘Ik ben zó benieuwd,’
zegt de burgermeester ‘naar de n a a m ?’ Hij zucht onder de
druk van het grote geheim.
Wie laat
zijn kind nu inschrijven, bij een man die niet kan lezen? Het hele
klootjesvolk kent de namen van deze baby, maar de burgemeester
rolt verrast met de ogen. Het is dan ook geen wonderlijk toeval
dat deze man op foto’s een beetje lullig overkomt. Palex
controleert zijn gulp, je kan nooit weten.
En dan is
er gelukkig alwéér champagne! Juist, allemaal heel gewoontjes.
Maar thuis
is daar: de normale kraamhulp! De rots in de branding, het
baken van hoop van alle verse ouders. Weliswaar parttime
thuiszorg, want het is een eerste kindje, verder loopt er nog
niets kleins rond- dus heel zuinig alleen in de ochtenduren, ter
verzorging van moeder en kind.
Badje,
navelcontrole, temperaturen, stand fundus en afscheiding, hoe gaat
het met de voeding, poept ze lekker, en hebben jullie vannacht
allemaal een beetje kunnen slapen, had u verder nog vragen?
Palex
heeft zijn buitenlandse reisje afgezegd en is tot zondag thuis.
Heel verstandig. Hij moet nog even Opa Z. van de trein afhalen en
vanavond een bedje dekken op de Vingåker-bedbank, maar dat gaat
in een moeite door met het afgeven van de zelfgemaakte
geboortekaartjes op het postkantoor.
De
envelopjes hebben ze al geschreven klaar liggen.
De
parttime kraamhulp tot zondag, komt exact op zeven dagen uit –
wat ruim voldoende is na een ‘gewone’ bevalling, en dan gaat
dit nieuwe gezin werkelijk zelfstandig van start.
Pa managet
water in deeltijd, Moe gaat verder met de inburgeringcursus in de
avonduren en Amalia slaapt de slaap der onschuldigen: maar wát
gebeurt er verder vandaag…
Op
Internet: