Soms is de
pen scherper, dan het zwaard. Ik weet niet waar het vandaan komt…
Een gewone
woensdagmiddag kan wel eens heel anders lopen dan het plan was. Nu
is ‘schoenen kopen’ al helemaal niet de meest ontspannen
bezigheid, maar het moet wel een paar maal per jaar gebeuren.
Mijn
geduld is die dag een paar maal op de proef gesteld door de
jongste van ons vrolijke drietal. Soms heeft ‘ie namelijk zo’n
grote mond dat ik vrees dat zijn onderlip nog eens over zijn kin
slaat. Je moet ingrijpen vóór het kind een cosmetische operatie
nodig heeft, ten behoud van zijn originele appetijtelijke
snoetje..
Hij heeft
deze middag al een paar verbale correcties achter de kiezen om te
voorkomen dat hij alleen zijn zin krijgt. Daar baalt
‘ie altijd stevig van. Zijn vocabulaire en volume is dan van een
niveau wat ik de grotere twee geeneens toe sta ‘en plein publiek’
te gebruiken, laat staan dat hij met mijn toestemming zijn
eigenzinnige wensen door mag drijven. Vandaar dat het schatje ook
al eens gezellig alleen boven heeft gezeten. Als hij gewoon kan
doen, kan ‘ie weer gezellig naar beneden komen.
Normaal,
laat ik altijd maar weg want ik weet in bepaalde verhitte
omstandigheden ook niet goed wat dat is. (Het is een complexe
bezigheid, kinderen opvoeden. Je hoort de mensen wel eens zeggen
dat ze ‘vanzelf’ groot worden…wat in de praktijk helemaal
niet waar is…)
Dit alles
zet zo’n beetje de toon bij aanvang van het schoenenkoop
avontuur.
Nu vielen
die schoenen eigenlijk wel mee, dat was zo bekeken. Maar laten ze
nou in een rek van die verschrikkelijke leuke
pantoffel-laarzen-beesten-poten vinden. Eén paar wél in de
juiste maat van de middelste, het andere paar véél te groot voor
de voeten van de jongste.
Alle rare
dingen moeten een keer kunnen, denk ik dan, met angst in mijn hart
dat de jongste ermee van de trap lazert. Om mezelf stevig in te
dekken zeg ik: dat ik niet met hem naar het ziekenhuis rijd
wanneer dit gebeurt, waar ik – en dat weet ‘ie natuurlijk –
niets van meen. Bij de kassa aangekomen, blijken de afzichtelijke
krengen twee maal zo duur te zijn als de prijs op het rek aan
geeft. Jongens, dit gaat dus niet door. Nah, als je zeven bent, en
je hebt al een rotdag kun je er zoiets helemáál niet bijhebben!
’s
Avonds, als ik naar bed ga, kijk ik nog even naar mijn ‘rijkdom
in ruste’. Wat zijn ze lief, als ze slapen. Groot is de
verrassing als ik een handgeschreven brief van de jongste naast
mijn kussen vind. Vertederd probeer ik zijn fonetisch schrift te
ontcijferen:
m A m A
!
JA M ERd
Ati k nE TmoeT
Ze9e
dAm.j ji een roTw I 9FdE
Het lukt
niet helemaal, maar de aanhef MAMMA is genoeg om me die nacht op
zoete wolken zwevend te laten slapen. Een s c h r i j v e r in de
dop!
De
volgende ochtend, voor het ontbijt, neem ik de lieve schat even
apart en vraag hem te vertellen wat hij geschreven heeft. Gezeten
op mijn bed blikt hij heel serieus op zijn zorgvuldig prille
publicatie.
Rustig en
ernstig, zonder enige intonatie, leest hij langzaam voor uit eigen
werk:
"MAMMA,
jammer dat ik het moet zeggen dat jij een rotwijf bent."
Ik ben
geland, geloof mij, ik ben geland…
De
volgende avond vind ik op mijn kussensloop een ‘Korrelatie’-
geschenk, zwart op wit:
m A m A
, j i j d ent
de Lei f
stE…