Het
leuke van reacties krijgen, is te weten dat CuBra gelezen wordt.
Voorheen
schreef ik wel eens stukjes voor het weekblad van mijn werk en
daar hoorde ik zelden of nooit iets positiefs terug. Wel merkte ik
op den duur, dat het langer stil bleef aan de telefoon wanneer ik
mijn naam noemde, dat wel. Alsof ik over alles en iedereen iets te
melden heb? En er werd ook eens ‘boos’ naar me gebeld, met de
opmerking: "Wat ik nu precies bedoelde?" Soms komt de
boodschap toch niet helemaal goed over, of laat ik de waarheid
juist te weinig in het midden. Dat willen de mensen van zichzelf
niet weten. Verder waren er wat geweigerde stukjes, omdat ze te
politiek zouden zijn. Ach ja, heel erg gevaarlijk… Ik vermoed
dat het de redactie een waarschuwing van de directie heeft
opgeleverd.
Er
is er een enkeling die durft te zeggen dat ze geniet van mijn
schrijfsels. En daar gaat het tenslotte om. Als het u ‘wakker’
maakt, ontroerd of anderszins emotioneert, heb ik mijn minieme
doel bereikt.
Maar
bij aanvang van de columns op deze site, heb ik meteen al mijn
eigen fanclub. Onmiddellijk melden zich twee heren met de
boodschap dat ze er wel pap van gaan lusten. Dat stimuleert
tenminste! Jongens, alleen al voor jullie ga ik tot de bodem. Pap
moet je regelmatig doorroeren. Doe ik.
Er
is een mevrouw die reageert helemaal vanuit Bretagne en zij vraagt
of er een bundel uitkomt.
Mevr.
C., dat heb ik niet in eigen hand – u wel, u drukt op het
kadertje ‘printen’ en stopt het vel in een map of leg er
gewoon een kei op. (Prachtig land, Bretagne – wij zijn er
afgelopen zomer helemaal weg geregend, waar u niets aan
kunt doen hoor. Wat we er van gezien hebben was geweldig, daar
niet van. Na deze doorweekte ervaring ben ik voorgoed genezen van
kampeervakanties, maar als u eens iets leuks in de buurt weet –
met zicht op de altijd woelige baren, hoor ik het graag.)
Een
meneer vertelt dat hij Pietje Perrini ook heeft gekend, leuk te
weten dat hij niet alleen in mijn hoofd zit.
Sommige
mensen vallen als een blok voor het ‘andere’ fotootje. Bij:
van kop tot teen.
Zo
is er een meneer die, door al dat bloot, helemaal op hol slaat en
mij vreemde vragen stelt en er helemaal niet van staat te kijken
dat ik voeten heb. Meneer Van P., soms moet u zaken niet
voetstoots aannemen, da’s niet slim.
En
u wilt weten of mijn schoonmoeder een aardig mens is?
Zeker
– nadat ze aan me gewend is geraakt, wat echt niet meeviel en
dus wel even duurde, is de waardering beiderzijds. En nee,
ze heeft geen laminaat – maar donker parket en nee, ook
dat heeft ze niet zelf gelegd.Verder wilt u weten: van wie ik
heb leren zoenen?
Er
werd bij ons thuis veel gezoend. Mijn moeder heeft zich altijd
geërgerd aan de kille afstandelijke opvoeding van haar ouders.
Ter compensatie lebberden wij elkaar van meet af aan af. Alle
broers en zussen zoenden al, voor ze het eerste woord uitbrachten.
Ik ook.
Mijn
vader werd graag verwend en liet zich al dat gezoen met liefde
welgevallen.
Dat
ik zo groot kwam met het idee dat de hele wereld om te zoenen is,
leidt geen enkele twijfel. Dat dit mij in erg vreemde situaties
heeft gebracht, evenmin.
Oh,
dat is niet precies wat u bedoelde? Leren zoenen van een màn?
Dat
is weer typisch zo’n kortzichtige binnenbocht, dat kan echt
alleen een man verzinnen.
U
weet zelf best dat alles en iedereen, waar u hartstochtelijk uw
lippen op perst, anders reageert. Volgens mij is daar geen enkele
professionaliteit in te bereiken – en blijf ik een afwachtende,
altijd lerende amateur.
Maar
tussen ons gezegd en gezwegen: ik laat mij graag verrassen, u ook?
Dan
steek ik hier mijn tong liever uit, dan erin… |