|
|
G
E M M A G E U X
TANDEN
Nu heeft iedereen gedacht dat ik t w e e hele
maanden op mijn gat kon gaan zitten. Dat komt ervan, als je zegt
dat je een langere periode er niet bent. Ik was er wel hoor, vol
plannen wat ik allemaal in die twee maanden zou gaan doen. Daar is
niet veel van terechtgekomen. Het aantal boeken dat ik las, valt
schrikbarend tegen – geschreven heb ik amper, en weggeweest ben
ik al helemaal niet. Als u een actieradius van 13 kilometer
tenminste schaart onder de categorie:
bezigheden-rondom-huis-hebbende.
Van de firma B. mocht ik maar drie weken gescheiden leven, en de
overige tijd was er gewoon veel werk aan de winkel. Maar, die drie
weken waren dan ook fantastisch! En de andere weken trouwens ook,
een mens werkt tenslotte niet de hele dag.
Wat een prachtige zomer! We hebben zoveel mogelijk tijd
doorgebracht in de vijver van Piet, heerlijk in de schaduw
van de hoge eikenboom geluierd, en het totaalplaatje regelmatig
afgeblust met een trappist.
Ik heb aan U gedacht, even, maar toch… Ik heb aan u gedacht toen
ik op Marokkaanse kraamvisite ging, toen de aardappels van het
Brabantse veld gehaald werden en de boeren gingen klagen dat de
oogst zo tegen viel, toen ik ingesloten raakte door een grote
groep gezellige Belgische meiden, en tijdens de renovatie van onze
bijkeuken. Ik heb aan u gedacht naar aanleiding van allerlei
gebeurtenissen. Het weer, het wereldnieuws, bij doorbraak van
dijken in het Westland, en het omkeren van de loop van rivieren.
Gedacht dat het allemaal een verhaaltje waard was, maar geschreven?
Niets…
Ik schreef twee maanden geleden dat ik vol energie mijn tanden in u
zou zetten, maar nu is er iets dat zijn tanden stevig in mij zet.
Dat wist ik toen nog niet, vandaar dat we even bij moeten praten
over het volgende.
Bovenaan de verlanglijst van de kinderen staat al jarenlang een
hond. Twintig katten zouden ze ook wel goed vinden, maar daardoor
schuift de plaats van de hond geen millimeter op. Die blijft op
nummer één staan. Natuurlijk zijn er honderd-en-een redenen om
niet tot deze gezinsuitbreiding over te gaan. Maar omdat we onze
kinderen graag laten ervaren dat alle redenen waarom iets niet
kan, niet hoeven te betekenen dat het gewicht van ‘iets wel
héél graag willen’ zoveel zwaarder kan wegen – is onze
veendijk een beetje uitgedroogd. Bij het eerste druppeltje dat zo
door ons verdedigingswerk heen sijpelde, pa had bijna aan een
gigantische Golden Retreever met een 65+pas onderdak geboden,
ontdekten de kinderen meerdere zwakke plekken in onze kilometers
lange waterlinie. Het offensief spitste zich hoe langer hoe meer
toe op wat er dan wél zou mogen, en vooral op wanneer en
onder welke voorwaarden. Wij hadden er nogal wat. Natuurlijk
hadden we de vraag: wie gaat er steeds met de hond lopen? Nou, dat
wilden ze alle drie wel, desnoods allemaal tegelijk. Wie doet de
puppycursus met de hond? De middelste steekt meteen zijn vinger
op. Heel verstandig, want die kan zelf wel een puppycursus
gebruiken. Hij is het meest afhankelijk van orde en regelmaat,
zodat de behoeftes naadloos op elkaar aansluiten. Over wat voor
‘merk’ hond hebben wij het hier? U moet weten dat ik als de
dood ben voor grote honden, ik stem dus voor een klein handzaam
model. Helaas ben ik de enige: manlief ziet zichzelf niet met een
pantoffel aan een lijntje door het bos sjouwen. En aangezien de
overige gezinsleden dezelfde mening zijn toegedaan, zoeken zij in
de catalogus naar een stoerder soort. Hetgeen natuurlijk gevonden
wordt.
Via een fokker van een bepaald soort jachthond, stuiten wij (de
middelste eigenlijk) op een wat merkwaardige kruising van rassen
die de natuur niet helemaal zo bedoeld heeft. Een andere jachthond
– met afwijkend logo, heeft stevig geleund op het type dat de
fokker zorgvuldig zuiver dacht te houden. En daar is een heel
ander nest uit voortgekomen dan hij bedoeld had.
Bij de eerste kennismaking zijn wij natuurlijk helemaal verkocht:
de aanblik van de tien dagen oude chocoladebruine pups is
onweerstaanbaar. De moederhond is een gigantisch dier, waarbij ik
zonder mijn arm te hoeven strekken, zó mijn hand op haar
prachtige kop kan leggen. Bepaald geen onderdeurtje dus…
Ter voorbereiding halen we alle puppeninformatieboeken uit de
locale bibliotheek – wij zullen veel moeten leren, om hem
van alles te kunnen leren. Hem. Want een teef, dat
zien de mannen niet zitten. Nog een meneer erbij dus, achter deze
deur.
Sinds tweeënhalve week is hij, Van Rossum, hier in huis.
Ook de naamgeving is gedaan door de middelste, die keer op keer
weer andere namen verzon. Als je ruim zes weken op je hond moet
wachten, heb je hem in gedachten al zoveel namen gegeven dat
kiezen een bijna onmogelijke taak is geworden. Dus hebben wij de
knoop maar doorgehakt. Een stoere hond, verdient een stoere naam.
Nu is Van Rossum aanvankelijk helemaal niet stoer. Van Rossum
hadden we net zo goed Pavarotti kunnen noemen. Hij zingt de eerste
week heel wat af. Alleen zijn, is voor hem een onbekende ervaring.
Wekenlang heeft hij doorgebracht in het nest met zijn broer en
zussen. Hij is steeds omringd geweest door grotere, oudere honden
en gewend aan de bedrijvigheid van de kennel. Dan is ons gezin
voor een hond een cultuurshock van jewelste! Maar hij jankt na
twee weken al wel een toontje lager, niet echt lager, maar minder…
Verder is hij zo ondeugend en brutaal als een hond maar zijn kan,
hij bijt in broekspijpen en sleept met schoenen.
Wat mij in twintig jaar niet gelukt is, lukt Van Rossum in een
enkele dag. Als schoenen niet opgeruimd worden, ruimt Van
Rossum, en vakkundig. Je vind ze nóóít meer terug. Ze
verdwijnen achter struiken of in de fietsenberging. Alleen van
mijn schoenen blijft hij af. Ik heb hem meteen in zijn nekvel
gegrepen toen hij er alleen nog maar aan d a c h t om ermee aan de
haal te gaan, en dat was voldoende.
Ga jij werkelijk met de hond op cursus, vraagt de liefste
verbaasd – ik verras hem nog wel eens met ongebruikelijke
activiteiten. Ik zal wel moeten, zo reken ik hem voor, ik
ben als de dood voor grote honden. Als ik mij nog enigszins vrij
wil bewegen in dit huis, zit er niets anders op. Ik krijg anders
ineens zo’n helder moment van: Jezus, was is dit een grote
joekel, en dan durf ik de keuken niet meer in. Dát moet
natuurlijk niet gaan gebeuren. Ik kan dus kiezen: of van Rossum
wordt mij de baas, of IK word de baas van van Rossum…
De puppyboeken ken ik inmiddels zowat allemaal van buiten.
Hetgeen mij in geen enkel opzicht deskundig maakt. Maar ik heb van
Rossum wel binnen de kortste keren geleerd te gaan zitten, om de
riem aan en af te doen. Ik moet er niet aan denken, dat hij met
dat grote lijf om me heen gaat springen!
En dat is nog maar het begin van een hele lange weg…
Aan wandelen-aan-de-riem, heeft íe een godsgruwelijke hekel. Soms
gaat dat uitstekend, maar veelal slepen wij hem als een dweil
voort door de straat. Tot vermaak van onze buren; die zien het
kalf iedere week een kilo toenemen in gewicht. Hij heeft poten,
maat 49½ , zal ik maar zeggen. Behalve grote voeten, heeft hij
ook een uitzonderlijke breedtemaat.
Hij zet zich er goed mee schrap en dan kan de voorstelling
beginnen. Encore!
Er is één uitzondering.
Zijn hele leven is er zowat geen drup water gevallen, VR is nu
bijna tien weken, dus al dat nat wat nu uit de lucht komt, is
nieuw en eng. Bij regen, is er geen beweging in VR te krijgen.
Zeven en een halve kilo vertederend bruin vel drukt zich muurvast
bijna vacuüm tegen de vloer van de bijkeuken.
Je ziet hem denken: ben jij wel goed bij je hoofd, maar dáár
ga ik niet doorheen! Ik kijk wel uit!
En voor één keer moet ik hem groot gelijk geven. Slimme
verstandige hond. Maar dat ga ik hem niet vertellen. Welnee, geen
flauwe kul meneer Van Rossum, we gáán!
Heb ik al gezegd dat een hond, grensverleggende kwaliteiten in de
mens naar boven brengt? Dus loopt er in de stromende regen een
afdruiprek – mét een nat watje, dat zich absoluut n i e t
beweegt.
Hij houdt zich aan zijn woord, hij kijkt alleen
maar, punt -uit!
Ja, lacht u maar…
|
Hieronder kunt u uw reactie mailen
naar Gemma.
|
|