Januari
Ik
geef je in januari onderdak
in hooggelegen rokerige hutten,
met kooien die je als bedstee kunt benutten
regen en wind, ellende en ongemak
azijn
als drank bij de opgewarmde prak
straatarme sletjes die je ’s nachts uitputten
en lompen die je naakte lijf beschutten
wanneer
je rondzwerft met geen cent op zak.
En
in dat onherbergzame verblijf
geef
ik je, om in de natte sneeuw te stoeien,
een zwart en rimpelig en mank oud wijf,
en
daarna zittend op een bank nagloeien
en
kijken naar haar wonderschone lijf,
totdat
je de armoede uit je weg voelt vloeien.
Uit:
De maanden, van Cenne da la Chittara
Vertaald
door Frans van Dooren