Augustus
Ik
schenk je in augustus een vallei
met
dertig hooggelegen bergkastelen,
waar
zoele zuchtjes door ’t geboomte spelen
en
je je steeds welvarend voelt en vrij;
’s
morgens en ’s avonds hoog te paard en blij
je
oog door ’t zoete landschap laten strelen
met
stadsburchten waarvan je de kantelen
nooit
in de verte ziet, maar steeds dichtbij.
En
in een stroomdal, dat je een rustplaats gunt,
je
even in de hof van Eden wanen,
en
met de middagzon op het hoogste punt
loom
luieren in lommerrijke lanen
terwijl
je geld uitgeeft zoveel je kunt
aan
alles wat maar goed is in Toscane.
Uit:
De maanden, van Folgore da San Gimignano
Vertaald
door Frans van Dooren