Zoals
gebruikelijk zat ik die middag aan de bar; het was buiten warm en
de airco maakte dat het aangenaam toeven was in deze ruimte.
Aan de andere kant van de bar zaten een paar
vertegenwoordigers tegen elkaar te stoeven over hun
verkoopcapaciteiten en de enorme bedragen aan provisie die ze hierdoor
jaarlijks mochten incasseren.
Het was niet direct mijn genre om een gesprek mee te
beginnen, had daarom mijn toevlucht genomen tot een dagblad, dit
gecombineerd met een koel glaasje sherry maakte het leven toch
aangenaam.
Ik was zo verdiept in een bepaald stuk journalistiek
dat ik niet merkte dat er naast mij een barkruk werd ingenomen door
een dame.
Eerst nadat ze mij aansprak en zei, 'Hallo ik ben
Truus', keek ik verbaasd op en zei verbouwereerd 'Aangenaam, prettig
met u kennis te maken.'
Verder zal ik het maar bij Truus houden. Ze keek mij
nog eens zorgvuldig aan en vertelde, 'Ik heb wel even moeten zoeken,
het is hier groot en ik heb in diverse ruimtes gekeken tot ik je hier
zag zitten aan de bar.'
Ik knikte, en om het contact niet te verstoren zei ik
alleen, 'Ja, het is hier inderdaad heel groot.'
'Ja,' zei Truus, 'ik heb nog even getwijfeld. Het is
hier nogal schemerig en dat groene colbert van jou is nogal donker;
daarbij lag het dagblad open, dus kon ik moeilijk zien of het
inderdaad 'Het Algemeen Dagblad' was.
Om te voorkomen dat ze een droge keel kreeg, vroeg ik
haar, 'Truus, mag ik je een drankje aanbieden?' Nou dat mocht, maar
het moest dan wel thee zijn.
Niet direct mijn favoriete drank. Ook mijn aanbod om
er een gebakje bij te nemen werd niet naar waarde geschat; het
geserveerde koekje was meer dan voldoende.
Daar het mij inmiddels duidelijk was dat er sprake was
van een persoonsverwisseling, ging ik meteen met het voorstel van
Truus akkoord dat zij als eerste haar verhaal zou vertellen.
Wat bleek, Truus was een alleenstaande, soms ook
liggende dame, die al enige jaren terug door haar toenmalige
echtgenoot in de steek was gelaten; het waarom, dat horen wij later.
Truus was woonachtig in Heerlen, wel in het bezit van
een auto, maar het daarbijbehorende rijbewijs had ze niet, dus Truus
was met de trein naar Tilburg gekomen, en daarop aansluitend de
treintaxi die haar hier had afgeleverd om "MIJ?" hier te
ontmoeten.
Het bleek dat we al eerder met elkaar kennis hadden
gemaakt; de eerste keer middels een contactadvertentie, en hierop
volgend een telefoongesprek. Tijdens dit gesprek was ik dermate
sympathiek bij haar overgekomen, om het kort te houden: zij besloot
mij te willen ontmoeten.
Het eerste probleem openbaarde zich toen Kees de
barkeeper gewoontegetrouw mijn glas weer vulde na geconstateerd te
hebben dat het inmiddels leeg was. Deze ongevraagde alcoholische
versnapering viel bij Truus niet in goede aarde; zij reageerde als een
bok op de haverkist, 'Als onze relatie voortgang mocht vinden, dan had
ik wel graag dat het nuttigen van alcohol tot het verleden gaat
behoren.'
Ik ben natuurlijk geen vrijgezel, maar zou ik het wel
zijn, dan zag ik mij, gezien het bovenstaande, nog niet liggen achter
de gebreide broek van Truus.
Om het gesprek in een andere richting te laveren vroeg
ik haar, 'Truus hoe sta je tegenover seks?' Meteen betrok haar
gezicht, net of ze juist een heel vies drankje van de dokter had
geslikt. Haar antwoord was dat ik in deze fase van onze relatie deze
vraag nog niet had mogen stellen, maar omdat het nu toch boven de
tafel lag, in ons geval boven de bar: Truus had twee volwassen
kinderen, inmiddels gehuwd, maar nadat deze als boreling in de wieg
lagen vond zij seks geheel overbodig, zij hield helemaal niet van dat
hijgend geworstel, ook de daarbij vrijkomende geurtjes, het natte
plakkerige vocht dat erbij te pas kwam, dat alles vond Truus niet hygiënisch,
en voor haar als zijnde niet van toepassing.
Haar verdwenen man bleek echter nog wel behoefte te
hebben aan intiem contact. Na onderling overleg ging hij maandelijks
met haar goedvinden naar een club die zich bezighield met dit soort
zaken; mits het binnen hun deur bleef en niet bekend werd bij vrienden
of familie had zij er geen probleem mee.
Dat heeft geduurd tot de goeie man zijn koffer pakte
en met de noorderzon verdween, tot nu toe wist Truus nog niet waar hij
zich ophield, maar dat was geen probleem, Truus was financieel
onafhankelijk en had niemand nodig.
We weten nu ook waarom haar man was vertrokken en om
haar niet nog meer bekentenissen te ontlokken die eigelijk niet voor
mij waren bestemd besloot ik ons gesprek te beëindigen.
Mijn woorden waren, 'Truus, gedurende dit onderhoud
heb ik al gemerkt dat wij beslist niet bij elkaar passen; drink op
mijn kosten nog een consumptie, en dat het je verder goed ga.'
Na het gelag te hebben betaald, ben ik vertrokken,
maar net toen ik bij de buitendeur arriveerde, kwam er een man met
grote haast binnen. Hij droeg een groen colbert, en jawel, onder zijn
arm hield hij Het Algemeen Dagblad.
NAAR BEGIN VAN
DEZE TEKSTPAGINA
|