Het tafeltje
Nee,
normaal als ik een etablissement bezoek dan is mijn zitplaats
niet aan een tafeltje, mijn plaats is aan de bar, hoef niet uit
te kijken naar de bediening, meteen als de mij bekende
barkeepers zien dat het peil in mijn glas tot bodemhoogte is
gedaald dan verschijnt daar de fles om het glas weer tot een
aangenaam peil te vullen.
Maar
nu was het anders, ik liep niet recht naar de bar, maar naar de
lectuurbak die een plaats had op de zg. stamtafel.
Het
viel mij op, de stamtafel was leeg, geen klaverjassers, geen
rikkers, alleen aan een klein tafeltje er naast, zat een eenzame
man, een beetje mistroostig naar zijn glas te staren.
Hij
voelde schijnbaar dat ik naar hem keek, richtte zijn blik op mij
en zei " Het is ook maar een dooie bedoening hier, ik had
net zo goed thuis kunnen blijven bij mijn hondje Fikkie "
Ja
eigelijk was ik ook eenzaam en de man aan het tafeltje zat toch
eigelijk duidelijk merkbaar om een praatje verlegen. Op mijn
vraag of ik bij hem mocht komen zitten, zei hij "
Natuurlijk mijnheer, niets is zo vervelend als in een café
alleen te moeten drinken "
Voor
ik iets verder kon zeggen, riep hij al naar de ober " Laat
deze mijnheer ook iets drinken van mij "
Toevoegingen
waren overbodig, daar de ober wist wat mijn consumptiepatroon
was.
Ik
hoefde niets te vragen, als de Niagara waterval zo rolde zijn
verhaal over zijn lippen.
Zijn
bouwjaar, net één jaar vroeger als dat van mij, ook hij was
meer als vijftig jaar met zijn Trudie getrouwd, toen ze
plotseling, zonder verder iets te zeggen haar ogen sloot, en ze
ook niet meer opende, toen hij vroeg " Trudie laten we nog
even bij elkaar blijven "
Hun
huwelijk was niet wat je noemt ‘ fanatiek ‘ Het zoentje werd
zuinig bewaard voor speciale dagen, zoals Moederdag en dat soort
bloemisterij gelegenheden, maar ze waren er wel voor elkaar.
Wat
ze samen deden, was de markt en de wekelijkse boodschappen,
waren die gedaan, dan stuurde ze mij naar de koffietent in het
winkelcentrum, zij kwam wel, ze moest nog even naar de drogist.
Ja
ik mocht het niet weten, " maar mijnheer zegt ie, als je
zolang getrouwd bent dan zijn er maar weinig geheimen. "
Ik
wist dus van de inlegkruisjes, omdat ze bij het hoesten, of
lachen, het niet altijd droog wist te houden. Ook van de paracetamol,
omdat ze vaak last had van hoofdpijn, maar zegt de eenzame man,
" Kinderen kun je nog aan het handje mee naar de dokter
nemen, maar bij Trudie lukte dat niet " " Het gaat wel
weer over, was dan haar weerwoord " Het is inderdaad
overgegaan, maar anders als ik het in gedachten had.
Maar
het is wel een beetje eenzaam, mijn hondje Fikkie, een heel lief
beest, maar een gesprek kun je er niet mee hebben.
Heb
ook nog het wijkgebouw bezocht, nou nee, niet de omgeving waar
ik mij happy voel, al die koffie en thee lebberende oudjes, nee,
een borreltje mag er niet geschonken worden en het roken gebeurd
voortaan net als bij IJsselmeer-paling, in de rookkamer, echt in
die ouwe sokken club, voel ik mij toch niet op de plaats waar ik
mij senang voel.
Dat
woordje ‘ senang ‘ maakte iets bij mij wakker, inderdaad,
hij was ook in Indië geweest, maar ook over die periode had hij
zijn verhaal nooit kunnen vertellen, iedereen vond, dat hij die
tijd maar het beste vlug moest vergeten.
Maar
mijnheer zegt hij " Voor mij zijn die drie jaren
onvergetelijk, ik beleefde er meer, als in al die jaren nadien,
dus in plaats van vergeten, komen er steeds meer herinneringen
naar mij terug "
Ja,
voor ik vertrok kende ik Trudie al, het was wat men noemt "
een beetje los/vast " we gingen soms samen een keertje
dansen of naar de film, maar dat echte van " Pak hem beet
" nee zo ver waren wij nog niet.
Alhoewel,
als ik ze soms met een andere knul zag lopen, dan was mijn dag
niet de beste van de week, dus toen had er eigelijk al een
lichtje moeten branden.
Maar
goed ik moest onder dienst, de eerste keer dat ik in mijn
militaire pakkie an thuis kwam, wist ik niet hoe vlug ik naar de
straat moest waar Trudie woonde, maar nadat ik drie keer op en
neer was gelopen, het was maar een korte straat, had ik nog geen
Trudie gezien, zij mij wel, maar dat hoorde ik pas later,
Verscholen achter het gordijn had ze naar mij gekeken, bij haar
begon toen wel een lichtje te branden.
Voor
ik naar Indië vertrok zijn we samen nog een keertje uit
geweest, bij het afscheid nemen, toen heb ik haar voor het eerst
gekust, nee niet dat heftige, meer wat men noemt een
verjaardagskusje.
Maar
het had wel als gevolg dat ik aan boord van de Grote Beer, die
ons naar Indië bracht, wel vaak aan Trudie dacht.
Over
Indië, ja u bent er ook geweest, dus waarschijnlijk hoeven wij
elkaar niet veel te vertellen, heb de meeste tijd doorgebracht
op verschillende buitenposten, als het dan een beetje ging
spannen tijdens een patrouille bij een vuurgevecht met peloppers,
dan dacht ik toch vaak dat ik heel graag Trudie nog eens terug
wilde zien, dus bij mij ging het lichtje ook knipperen, maar dat
wilde niet zeggen dat de schoonheid van de inlandse meisjes mij
onberoerd liet.
Lag
ik bij een meisje op de baleh bale, dan stelde ik mij in
gedachte voor dat het Trudie was, eerst later moest ik dan mij
zelf bekennen, met Trudie was dit niet gebeurd, bij Trudie zou
ik moeten wachten tot na het huwelijksgebeuren.
Goed,
ik ben na ruim twee jaar weer veilig in Holland terug gekeerd,
had alleen een schot in mijn bovenarm opgelopen toen wij tijdens
een rit naar Surabaja onder vuur werden genomen, maar dat is
weer goed genezen.
Goed
mijnheer, u begrijpt het al, binnen de kortste keren hadden
Trudie en ik , wat men toen noemde ‘ verkering ‘ In het
begin had ze moeite met mijn vrijpostigheid, want telkens
opnieuw wilde ik bij haar controleren of alles nog wel daar zat
waar het moest zitten, maar op den duur, wij genoten van elkaar.
We
zijn toen vrij vlug getrouwd, we wilden steeds meer van elkaar
genieten.
Maar
dan komen de kindjes, je moet Trudie met anderen gaan delen,
goed het zijn jou kinderen, maar toch, het wordt anders als in
het begin.
Binnen
no time ben je dan plots kostwinner en huisvader, waarvan er
twaalf in een dozijn gaan. Soms denk je dan met een beetje
weemoed weer terug aan die tijd in Indië, samen met je
kameraden op een kleine buitenpost, enkele baboe’s om je heen,
voor de was en voor het vervullen van andere behoeften.
Anders
als in Holland, de baboe’s waren altijd vrolijk, ook al hadden
ze vaak niet meer als een sarong en een baadje, voor een paar
rupia en een bordje rijst waren ze vaak de hele dag in de weer
om het ons de blandas naar de zin te maken.
Hier
in Holland rijden de vrouwen vaak met een te zware kar, ze
willen niet alleen het avondeten, maar ook het eten van morgen
en volgende week al in de kast hebben liggen, dan komt het
avondje uit al gauw in de verdrukking, met als gevolg dat Pa
gaat biljarten of naar het voetballen.
Maar
de tijd gaat zo snel, voor je het weet ben je al een echtpaar
van middelbare leeftijd, met grote kinderen, je hebt het goed,
maar het sausje, dat toen je jong was, het lekker maakte, nee
dat is er niet meer.
Goed
mijnheer, mijn Trudie is er nu ook niet meer, maar nu blijkt
toch dat ze het sausje was dat kleur aan mijn leven gaf, ik was
alleen de smaak kwijt.
Dus
nu eten ik en mijn hondje Fikkie dagelijks warm, ook met een
sausje, maar het heeft nooit meer de aroma zoals in de tijd toen
Trudie er nog was.
Hij
keek op zijn horloge en zei " Ik moet nu naar Fikkie, maar
hoop dat ik je niet met mijn verhaal heb verveeld " Ik kon
alleen maar denken " Eigelijk had ik hem hetzelfde verhaal
kunnen vertellen.
Misschien
dat we elkaar nog een keertje ontmoeten, het Kerstverhaal wordt
tenslotte ook ieder jaar opnieuw verteld, deze keer was het
Trudie, maar het hadden ook andere namen kunnen zijn.
|