De
aardappeleters
Inderdaad,
Vincent van Gogh, was dermate onder de indruk van de aardappels
etende Brabanders, dat hij in de periode 1883 - 1885 in Nuenen
een schilderstuk maakte , genaamd " De Aardappeleters
" Een schilderstuk over armoede, dat nu in miljoenen wordt
betaald.
Het
gekke is dat, ook in mijn jonge jaren, ook wel genaamd " de
crisistijd " dat doek nog steeds geschilderd had kunnen
worden.
Wij
kenden ook maar een soort aardappels en dat waren " De
goedkoopste " Dus ze konden wel tot verschillende rassen
behoren, maar het was altijd voor ons maar een ras, hun
afstamming speelde geen enkele rol, maar het waren wel de
goedkoopste.
Ook
kenden we maar een leverancier, die konden ook wel verschillende
namen hebben, maar de aardappels werden gehaald, bij die
leverancier die de goedkoopste aardappels verkocht, ook al
scheelde het maar een halve cent per kop, de goedkoopste leverde
bij ons de aardappels.
Misschien,
dat er mensen zijn die niet weten wat met ' per kop ' wordt
bedoeld, maar in die tijd toen het linnengoed nog per el werd
verkocht, gingen de aardappels per kop of per mud als
maateenheid in de verkoop net als steenkool en nog een hoop
andere artikelen.
Maar
er was nog een verkoop methode. In de oogsttijd dus de tijd dat
de aardappels gestoken moesten worden, toen nog zwaar handwerk,
dat middels een riek plaats vond, waren er ook boeren, die
verkochten hun aardappels die nog op de akker stonden, per roe (
Een roe, als lengtemaat ca. 4 Mtr. Als vlaktemaat, 1 are. ) Dus
iemand die de aardappels op het land kocht, kwam daar met een
kruiwagen, een riek en een paar jute zakken, de aardappels
stonden in voren aangeplant, de koper van één roe, mocht dan
één voor van 4 meter uitsteken tegen een vooraf bepaalde
prijs, die dan weer goedkoper was, als de prijs van de reeds
gestoken aardappels.
Er
werd niet echt gemeten, de boer nam vier groote stappen,
plaatste daar een stok in de grond, en tot daar mocht gerooid
worden, mits voor één roe was betaald.
Aardappels
was in veel gezinnen het hoofdvoedsel, dat in vele variateiten
op tafel werd gebracht.
Men
at ze geschild, geschrapt en ook wel ongeschild , natuurlijk wel
vooraf gekookt.. Ook was er een verschil van opdienen, dat kon
gebeuren als aardappels, dus gewoon op je bord, maar ook in de
vorm van allerlei soorten stamp. ( Hutspot )
Nu
was het bij de arbeidende klasse, de grootste groep, waren echte
stamp eters.
Mochten
de aardappels, wat glazig zijn, of licht aangevroren, of door
een teveel aan schot, dooraderd zijn, in een stamppot was er van
al die ongerechtigheden, niet een spoor meer zichtbaar. Soms
kwam men tijdens het aardappels eten, een ietwat glad brokstuk
tegen, maar dat werd dan zonder te kauwen doorgeslikt.
De
stamppot, boerenkool, zuur en savooiekool, roodewortel of van
gele wortel, kortom, in de stamppot kon men van alles kwijt,
zelfs uienstamp hoorde tot de mogelijk-heden. In Duitsland heeft
men daar een mooi woord voor " Eintopsteller "
Nu
denk iedereen bij het woord stamp, ook aan kookworst, spek met
een lekker sausje, of nog een andere garnering.
Die
dure fratsen waren in die tijd alleen voor de welgestelden
weggelegt, nee, het was aardappels, met de reeds genoemde
bijgerechten, verder nog een kluit varkensvet, en inderdaad, al
was het niet altijd kool, maar we groeiden er wel van als kool.
Maar,
om toch wat smaakverschil te creëren, waren onze moeders
vindingrijk, zo werden geschilde aardappels geraspt en daar
werden dan aardappelkoekjes van gebakken, was er toevallig wat
suiker in voorraad, dat over de warme koekjes gestrooid en het
was voor ons een delicatesse.
Wat
ook een heerlijk gerecht was ? Bleven er een aantal gekookte
aardappels over, ( wat slechts zelden gebeurde ) dan werden die
in plakjes gesneden en daarna in de koekenpan gebakken. Mmmmmm……
nee geen Mora.
Bij
het aardappel steken, kwamen ook, niet volgroeide aardappels te
voorschijn, de zg. krielaardappels, door de boeren in grote
ketels gekookt voor de varkens.
Mijn
ouders vonden toen, dat ze varkens van jong hadden, dus werden
er bij de boer krielaardappels gekocht voor het varken, dat
waren dan weer, de goedkoopste, maar die dan later in de schil
gekookt op ons bord verschenen, midden op tafel een pan met
gesmolten vet, het zout binnen bereik, en ook die
varkensaardappeltjes werden door ons met smaak opgeëten
Momenteel
wordt dat spul in restaurant ok opgediend als een delicatesse,
maar gezien de prijs op de kaart, kunnen ze natuurlijk niet meer
spreken over varkens-aardappeltjes, nee, dat is geworden Parijse
aardappeltjes, vooral dat Parijs, klinkt aardig bij prijs. Mocht
er ondanks dat we vaak een gezonde honger hadden er toch een
aardappel overblijven, die werd ook weer zorgvuldig bewaard ,
want daar plakte we onze vliegers mee.
Ja
bij ons werd ook gefrituurd, maar dat alleen op bijzondere
dagen, zoals vastenavond, dus de laatste avond van het Carnaval,
of oudejaarsavond, nee, er was toen nog geen " Remia
", er werd gebakken in paardenvet.
Vaak
hadden de werkende mensen nog een grote tuin, dus die werd niet
benut als gazon of bloemperk, nee daar werden groenten gekweekt
en ook aardappels, wel ieder jaar op een ander gedeelte, anders
kreeg men te maken met aardappel-moeheid. Die moeheid had niets
met ons zelf van doen, maar wel met de aardappel. Wij inmiddels
al vele jaren later zijn de aardappel nog steeds niet moe,
alleen de jong en op kookgebied vaak lui, beginnen steeds vaker
te grijpen naar de zg. pasta's en piza's.
Ook
kregen we te maken met de ' Coloradokever ' verder nog een
aantal aardappel-ziektes die van invloed waren op de oogst en
ook op de prijs. De bestrijdings-middelen, waarvan er inmiddels
weer een groot aantal verboden zijn ( de aard-appels werden
beter, maar wij werden er ziek van ) bestonden toen nog niet,
het enigste bestrijdingsmiddels, was volgens de Pastoor, bidden
en nog eens " bidden " de leus was toen ook " Bid
en werk "
Wat
me nu verbaasd, maar toen niet. De plee, in die tijd vaak nog
een buiten-gebeuren, achter de bekende deur met het uitgesneden
hart, die was niet aangesloten op een riolering, nee, alles
viel, of spetterde, in de zg. strondput, die werd, afhankelijk
van de produktiecapiciteit van het gezin, een of tweemaal per
jaar
geleegd,
met een strondschepper, deze stinkende massa werd dan vakkundig
over dat wat men noemde onze tuin, of akker uitgestrooid. De
bewoners uit de omgeving mochten dan een paar dagen van het
aroma meegenieten, maar er was niemand die hiervoor bij de
bevoegde instantie een bezwaarschrift in diende, het was gewoon
iets dat erbij hoorde.
Wij
als kinderen hadden er ook geen probleem mee, ondanks dat de
meest benutte meststof in die tijd bestond uit de inhoud van de
strondput, ook wel de mest van de konijnen, een worteltje
getrokken uit deze tuin, werd even aan je broek of een bosje
gras afgeveegt en met smaak verobberd.
Met
de spruiten en sommige koolsoorten moest men oppassen, die waren
vaak nog niet allemaal geoogst, als de strondput werd geleegd,
dus kon het gebeuren dat er hier en daar een spetter van de
geleegde put op deze groente terecht kwam, maar nooit gehoord
dat er iemand aan is overleden.
De
aardappeleters hadden ook een verschillende manier van
aardappelopslag, ze moesten namelijk vorstvrij worden
opgeborgen. Boeren hadden hiervoor hun grote schuren of de
aardappelkuil, de aardappelkuil werd gegraven, tot circa een
halve meter diep, dieper mocht niet vanwege het grondwater, dan
kwam er een laag stro, daarop de aardappels, hierop weer een
flinke laag stro, waarna alles werd afgedekt met een flinke laag
zand. Ook bij de aardappeleters werden vaak de aardappels zo
bewaard. Was men in het bezit van een grote kelder, dan was dat
de ideale oplossing.
Helaas
voor Vincent dat hij niet langer heeft geleefd, anders had hij
nog vele taferelen kunnen schilderen, betreffende aardappels. We
kunnen er slechts na gissen, maar een vaag vermoeden is aanwezig
dat ook zijn oor werd afgesneden met een aardappelschilmesje.
|