Klik
hier en stuur
uw bijdrage aan CuBra
Inleiding
Op
website CuBra zijn tientallen liedteksten, voordrachten, en
gelegenheidsverzen verschenen in de diverse liedrubrieken. Ook
elders op het internet zijn grote verzamelingen te vinden,
bijvoorbeeld op het Seniorenweb en op de website van de Stichting
Harrie Franken; in het Geheugen van Nederland, een
samenwerkingsverband van het Meertens Instituut en de Koninklijke
Bibliotheek, kan de liefhebber duizenden originele liedbladen van
straatliederen bekijken en desgewenst op de eigen computer opslaan.
Wat
mij is opgevallen, is dat al deze websites zich specialiseren in het
aanbieden van de tekst, dat ze vervolgens waar mogelijk nog enige
aandacht besteden aan de weergave van de muzieknotatie, en dat er
vrijwel nooit aandacht besteed wordt aan de historische achtergrond
van dergelijke liedjes of verzen of voordrachten. Ik bedoel dat niet
als kritiek. Elke website specialiseert zich in de behoeften en
wensen van zijn bezoekers, en die bezoekers zijn in dit geval
inderdaad voornamelijk op zoek naar de tekst. De melodie kennen ze
vaak nog, en notenschrift hebben alleen de echte koorzangers en hun
dirigenten nodig.
In
de rubrieken van CuBra wordt gestreefd naar een bredere vorm van
informatie. Mooie voorbeelden daarvan zijn enige bijdragen in de
rubriek Moordliedjes, waarin niet alleen de tekst wordt
gepresenteerd maar ook grote en goed gedocumenteerde verhalen
voorkomen van Bart Beex en Harry Wijgergangs, respectievelijk over
moorddrama’s in St. Oedenrode en Berlicum. Een goed voorbeeld van
wat ik bedoel is ook de publicatie op CuBra van een zeer goed
gedocumenteerd artikel van dr. P. de Keyser over een ‘Sermoen van
Bacchus’ (rubriek Roomse liedjes / Preken).
Ieder
zijn vak. De een verzamelt ‘in het veld’ liedteksten en
liedmelodieën, zoals Ben Hartman in zijn CuBra-rubrieken, de ander
is een meester in het opsporen van teksten, zoals een aantal lezers
van CuBra die regelmatig antwoorden kunnen geven op vragen van
andere bezoekers. Zelf ben ik zeer geïnteresseerd in de historische
en vooral ook de letterkundige achtergrond van oude liedjes en
verzen of voordrachten.
Want voor hen die belangstelling hebben voor de Nederlandse
literatuurgeschiedenis bieden ook de feest- en straatliedjes, de
voordrachten en gezelschapsliederen, heel wat interessante feiten.
Veel teksten die ook tegenwoordig nog gekend zijn of gezocht worden,
blijken hun oorsprong te hebben bij literaire auteurs. Ik heb de
eerste resultaten van mijn onderzoek op CuBra geplaatst ter
informatie van de belangstellende liefhebbers, en in de hoop dat zij
aanvullingen zullen insturen. Het zwaartepunt van het onderzoek ligt in de 19e
eeuw, de eeuw waarin humor een min of meer vaste plaats krijgt in
het werk van Nederlandse schrijvers, zeer zeker ook onder invloed
van Duitse en Franse auteurs. Ik vind het zeer opmerkelijk dat zulke
humoristische of romantische teksten hun weg hebben gevonden van het
gedrukte boek of tijdschrift voor een uiterst klein deel van de
bevolking naar de mondelinge overlevering, en daarmee naar de
liedschriften van ‘de gewone man’, de voordrachtbundels voor
scholieren, en soms weer naar het drukwerk van de straatventer. Van
de studeerkamer van een schrijver naar het bruiloftsfeest. Zo overleven teksten soms eeuwenlang. Ik hoop dat mijn
bijdrage daarmee
ook een beeld kan geven van een traditie die ooit zeer populair is
geweest, en die heden ten dage voorgoed voorbij is. Of toch niet?
Misschien is het internet wel de 21ste-eeuwse variant op
de mondelinge overlevering van de 19de.
|