CuBra

INHOUD LIED EN LETTERKUNDE
FEESTLIEDJES
BRABANTS
HOME
INHOUD VOLLEDIGE HANDSCHRIFT OFFERMANS
Copyright 2006 - 2008 Webmagazine CuBra

Klik hier en stuur uw bijdrage aan CuBra

Volksliedjes en - verzen & gezelschapsliederen & hun letterkundige achtergrond, in het bijzonder in de 19de eeuw

door Ed Schilders

 

TEKST

Uit: Hollandsche Gezelschap Liederen, een handschrift van W. Offermans

Datum van optekening : 20 maart 1870

Transcriptie: Leonie Robroek

 

Huwelijkslied

 

Wijze. Wie praalt aan ’t hoofd der heldenstoet.

 

1.

Wat was de wereld zonder vrouw? o je

Wat leed men ’s winters dan een kou? o je

Maar met en wijfje aan zijn zij,

Stapt men door ieder jaargetij

Zoo blij, zoo blij, zoo blij / bis* /

 

2.

Ik neem nu niet een lastig wijf, o neen,

Dat houdt van twisten of gekijf, o neen,

Geen vrouw die trotsch den scepter zwaait

En welker haan staâg koning kraait*

O neen, o neen, o neen / bis /

 

3.

Ik neem een wijfje zacht en iel, oja.

Dat nimmer houdt van huiskrakeel. oja

Dat haren man genoegen geeft

En steeds met hem in vrede leeft

O ja, o ja, o ja, / bis.

 

 

Dames alleen

 

4.

Maar dat dan manlief ook bewijs, oja,

Dat hij zijn vrouwtje stelt op prijs, oja,

Dat hij haar niet te schaarsch bedeel

En dat zijn huis hem nooit verveel.

O ja, o ja, o ja, / bis /

 

 

Allen.

 

5.

Dan is het huis een Edenshof* wat vreugd,

Dan geeft de man der vrouw steeds lof ,, ,,

Dan zegt de vrouw zooveel zij kan

Wat heb ik toch een lieve man

Wat vreugd, wat vreugd, wat vreugd, / bis /

 

6.

En gij die heden door den trouw, o ja,

Vereenigd zijt als man en vrouw, o ja,

Wij wenschen dat Uw echt U bied,

Het vijfde versje van dit lied.

O ja, o ja, o ja / bis /.

 

 

Getrouwden alleen.

 

7.

Wij wenschen ook aan hem of haar, o ja,

Die nog niet stond voor ’t Echtaltaar, o ja,

Dat elk van hen die vreugd geniet,

Die wij bezongen in dit lied.

O ja, o ja, o ja. / bis /.

 

 

* bis = nog eens

* koning kraait = de baas zijn

* Edenshof = De Hof van Eden, het paradijs

 

 

AANTEKENINGEN

Johan Morris schrijft:

Eveneens gepubliceerd in "De Bloemendaler Minnezangster. Zingende de meest gezoehtste [!] en vermakelijkste Huwlijks-Zangen", Amsterdam 1850.