CuBra

INHOUD LIED EN LETTERKUNDE
FEESTLIEDJES
BRABANTS
HOME
INHOUD VOLLEDIGE HANDSCHRIFT OFFERMANS
Copyright 2006 - 2008 Webmagazine CuBra

Klik hier en stuur uw bijdrage aan CuBra

Volksliedjes en - verzen & gezelschapsliederen & hun letterkundige achtergrond, in het bijzonder in de 19de eeuw

door Ed Schilders

 

TEKST

Uit: Hollandsche Gezelschap Liederen, een handschrift van W. Offermans

Datum van optekening : 1 mei 1872

Transcriptie: Leonie Robroek

 

Een brief van een nichtje dat buiten woont, aan haar neef te amsterdam

 

1.

Mijn waarde neef ik durf het wagen

U twee commissies* op te dragen:

’t Is in ’t verkoophuis voor Papa

Vier doosjes lucifers te koopen.

En op de Bloemmarkt voor Mama

Wat lente bloemzaad op te loopen:

Dan voor broêr Kees een nieuwen tol,

Voorts zendt ge mij, ’k durf daarop te rekenen,

Een boekpapier om op te teekenen,

En ook vier strengen Zwarten wol.

 

2.

Wil voorts een kistje [reukurellen]

Bij Rijnvaan voor oom Piet bestellen

En wip dan bij Verschuur eens aan

Om Lizes bracelet* te halen

Van daar kunt gij bij Wolters gaan

En onze rekening betalen

Voorts wacht ons Mietje een trommel vol

Met biesjesdeeg, en drabbelkoeken*

Zend mij wat nieuwe fransche boeken

En dan vooral vier strengen wol.

 

3.

Laat Sacher met den beurtman* morgen

Wat versche bloemen ons bezorgen

En koop meteen op ’t Muiderplein

Voor Tante Saar wat lange lijzen*

Gij kent haar smaak voor porcelein

Zend voorts een kooitje voor haar sijzen

Een aanzet leder voor oom Nol;

Een versche pot met tamarinden*,

Die gij bij Gerber wel zult vinden,

En dan voor mij wat Zwarte wol.

 

4.

Vraag eens bij Mantez of ’t lang zal duren

Eer hij ons ’t nieuw servies kan sturen

En ga bij Sterck om vier pond thee

Nicht Jetje zult gij zeer verplichten

Door ’t zenden van vijf ons rappé*

En mij met Bilderdijks* gedichten

En met die mooije preek van Moll*

Zend me ook, ik reken hierop zeker,

Wat Zeeuwsche drop van d’Apotheker

En dan vier strengen zwarten wol.

 

5.

Gij zult annex* een speelboek vinden

Geeft ’t Willem om ’t in te binden

Ook nog een pels, breng die terstond

Bij Dickhoff om te repareeren;

Vernieuwen en ’t laken keeren,

En Vaders pels, laat Greve ’t bont

O! foei mijn hoofd raakt schier op hol

Ik zou in [ ? ] haast vergeten

’t Gewigtigste U te laten weten:

Koop mij vier strengen zwarten wol.

 

1. Mei 72.

 

 

 

* commissies = boodschappen

* bracelet = armband

* drabbelkoeken: oorspronkelijk Fries recept voor koekjes vervaardigd uit gestold karamel met vanillesmaak; ook omschreven als een bros bolvormig roomboterkoekje van boekweitmeel.

* beurtman = bezorger die een bestelling aflevert bij een klant, het geld int en dat weer aflevert bij de leverancier

* Lange Lijzen zijn ranke vazen van oud-Chinees blauw porselein

* Tamarinde is een afdrijvend middel gemaakt uit het vruchtmoes van de vlinderbloemige boom uit de tropen.

* rappé van het Frans rapé = geraspte snuiftabak

* Willem Bilderdijk = Nederlands dichter en geschiedschrijver, leefde van 1756- 1831

* Moll, Ds. W. Moll 1812-1879, hoogleraar te Amsterdam en schrijver van kerkgeschiedenis van Nederland vóór de Hervorming

* annex = let.: één geheel uitmakende met; hier: bijgesloten

 

 

AANTEKENINGEN

Een brief van een nichtje dat buiten woont, aan haar neef te Amsterdam

 

Deze berijmde voordracht werd geschreven door Jacob van Lennep (1802-1868) die hem in augustus 1849 schreef. De tekst is opgenomen in ‘Neerland’s Letterkunde’ van J.P. de Keyser, Den Haag 1877, en in 'De Burger schuddebuikt'; Anton Korteweg & Wilt Idema (red.); Amsterdam 1994. De oorspronkelijk versie van Van Lennep luidt als volgt:

 

Een brief van een nichtje dat buiten woont aan haar neef te Amsterdam

Mijn waarde neef! ik durf het wagen

u twee commissies op te dragen:

't is, in 't verkoophuis, voor papa,

vier doosjes lucifers te kopen,

en op de bloemmarkt, voor mama,

wat lente-bloemzaad op te lopen;

dan voor broer Kees een nieuwe tol.

Voorts zendt gij mij, 'k durf daarop rekenen,

een boek papier om op te tekenen,

en ook vier strengen zwarte wol.

Wil voorts een kistje rencurrellen,

bij Reynvaan voor oom Piet bestellen;

en wip dan bij Verschuur eens aan

om Lizes bracelet te halen.

Vandaar kunt gij naar Holters gaan

en onze rekening betalen.

Voorts wacht ons Mietje een trommel vol

met biesjesdeeg en drabbelkoeken.

Zend mij wat nieuwe Franse boeken,

en dan, vooral, vier strengen wol.

 

Laat Sacher, met de beurtman, morgen,

wat verse bloemen ons bezorgen,

en koop meteen, op 't Muiderplein,

voor tante Saar wat langelijzen:

gij kent haar smaak voor porselein.

Zend voorts een kooitje voor haar sijzen,

een aanzetleder voor oom Nol,

een verse pot met tamarinden,

die gij bij Gerber wel zult vinden,

en dan, voor mij, wat zwarte wol.

Vraag eens bij Mantz, of 't lang zal duren

eer hij ons 't nieuw servies kan sturen;

en ga bij Sterk om vier pond thee.

Nicht Jetje zult gij zeer verplichten

door 't zenden van vijf ons rappé,

en mij met Bilderdijks gedichten

en met die mooie preek van Moll.

Zend me ook - ik reken hierop zeker –

wat Zeeuwse drop van d' apotheker,

en dan vier strengen zwarte wol.

 

Gij zult annex een spelboek vinden:

geef 't Willems om het in te binden;

ook nog een speld: breng die terstond

bij Dickhoffom te repareren,

en vaders pels: laat Greve 't bont

vernieuwen, en het laken keren.

O foei! mijn hoofd raakt schier op hol!

Ik zou in waarheid schier vergeten

't gewichtigste u te laten weten:

koop mij vier strengen zwarte wol.

 

Aug. 1849.