TEKST
Uit:
Hollandsche Gezelschap Liederen, een handschrift van W. Offermans
Datum
van optekening : 1 mei 1872
Transcriptie:
Leonie Robroek
Een brief van een nichtje dat
buiten woont, aan haar neef te amsterdam
1.
Mijn
waarde neef ik durf het wagen
U
twee commissies* op te dragen:
’t
Is in ’t verkoophuis voor Papa
Vier
doosjes lucifers te koopen.
En
op de Bloemmarkt voor Mama
Wat
lente bloemzaad op te loopen:
Dan
voor broêr Kees een nieuwen tol,
Voorts
zendt ge mij, ’k durf daarop te rekenen,
Een
boekpapier om op te teekenen,
En
ook vier strengen Zwarten wol.
2.
Wil
voorts een kistje [reukurellen]
Bij
Rijnvaan voor oom Piet bestellen
En
wip dan bij Verschuur eens aan
Om
Lizes bracelet* te halen
Van
daar kunt gij bij Wolters gaan
En
onze rekening betalen
Voorts
wacht ons Mietje een trommel vol
Met
biesjesdeeg, en drabbelkoeken*
Zend
mij wat nieuwe fransche boeken
En
dan vooral vier strengen wol.
3.
Laat
Sacher met den beurtman* morgen
Wat
versche bloemen ons bezorgen
En
koop meteen op ’t Muiderplein
Voor
Tante Saar wat lange lijzen*
Gij
kent haar smaak voor porcelein
Zend
voorts een kooitje voor haar sijzen
Een
aanzet leder voor oom Nol;
Een
versche pot met tamarinden*,
Die
gij bij Gerber wel zult vinden,
En
dan voor mij wat Zwarte wol.
4.
Vraag
eens bij Mantez of ’t lang zal duren
Eer
hij ons ’t nieuw servies kan sturen
En
ga bij Sterck om vier pond thee
Nicht
Jetje zult gij zeer verplichten
Door
’t zenden van vijf ons rappé*
En
mij met Bilderdijks* gedichten
En
met die mooije preek van Moll*
Zend
me ook, ik reken hierop zeker,
Wat
Zeeuwsche drop van d’Apotheker
En
dan vier strengen zwarten wol.
5.
Gij
zult annex* een speelboek vinden
Geeft
’t Willem om ’t in te binden
Ook
nog een pels, breng die terstond
Bij
Dickhoff om te repareeren;
Vernieuwen
en ’t laken keeren,
En
Vaders pels, laat Greve ’t bont
O!
foei mijn hoofd raakt schier op hol
Ik
zou in [ ? ] haast vergeten
’t
Gewigtigste U te laten weten:
Koop
mij vier strengen zwarten wol.
1.
Mei 72.
*
commissies = boodschappen
*
bracelet = armband
*
drabbelkoeken: oorspronkelijk Fries recept voor koekjes vervaardigd
uit gestold karamel met vanillesmaak; ook omschreven als een bros
bolvormig roomboterkoekje van boekweitmeel.
*
beurtman = bezorger die een bestelling aflevert bij een klant, het
geld int en dat weer aflevert bij de leverancier
*
Lange Lijzen zijn ranke vazen van oud-Chinees blauw porselein
*
Tamarinde is een afdrijvend middel gemaakt uit het vruchtmoes van de
vlinderbloemige boom uit de tropen.
*
rappé van het Frans rapé = geraspte snuiftabak
*
Willem Bilderdijk = Nederlands dichter en geschiedschrijver, leefde
van 1756- 1831
*
Moll, Ds. W. Moll 1812-1879, hoogleraar te Amsterdam en schrijver
van kerkgeschiedenis van Nederland vóór de Hervorming
*
annex = let.: één geheel uitmakende met; hier: bijgesloten
|
AANTEKENINGEN
Een
brief van een nichtje dat buiten woont, aan haar neef te Amsterdam
Deze
berijmde voordracht werd geschreven door Jacob van Lennep
(1802-1868) die hem in augustus 1849 schreef. De tekst is opgenomen
in ‘Neerland’s Letterkunde’ van J.P. de Keyser, Den Haag 1877,
en in 'De Burger schuddebuikt'; Anton Korteweg & Wilt Idema (red.);
Amsterdam 1994. De oorspronkelijk versie van Van Lennep luidt als
volgt:
Een
brief van een nichtje dat buiten woont aan haar neef te Amsterdam
Mijn
waarde neef! ik durf het wagen
u
twee commissies op te dragen:
't
is, in 't verkoophuis, voor papa,
vier
doosjes lucifers te kopen,
en
op de bloemmarkt, voor mama,
wat
lente-bloemzaad op te lopen;
dan
voor broer Kees een nieuwe tol.
Voorts
zendt gij mij, 'k durf daarop rekenen,
een
boek papier om op te tekenen,
en
ook vier strengen zwarte wol.
Wil
voorts een kistje rencurrellen,
bij
Reynvaan voor oom Piet bestellen;
en
wip dan bij Verschuur eens aan
om
Lizes bracelet te halen.
Vandaar
kunt gij naar Holters gaan
en
onze rekening betalen.
Voorts
wacht ons Mietje een trommel vol
met
biesjesdeeg en drabbelkoeken.
Zend
mij wat nieuwe Franse boeken,
en
dan, vooral, vier strengen wol.
Laat
Sacher, met de beurtman, morgen,
wat
verse bloemen ons bezorgen,
en
koop meteen, op 't Muiderplein,
voor
tante Saar wat langelijzen:
gij
kent haar smaak voor porselein.
Zend
voorts een kooitje voor haar sijzen,
een
aanzetleder voor oom Nol,
een
verse pot met tamarinden,
die
gij bij Gerber wel zult vinden,
en
dan, voor mij, wat zwarte wol.
Vraag
eens bij Mantz, of 't lang zal duren
eer
hij ons 't nieuw servies kan sturen;
en
ga bij Sterk om vier pond thee.
Nicht
Jetje zult gij zeer verplichten
door
't zenden van vijf ons rappé,
en
mij met Bilderdijks gedichten
en
met die mooie preek van Moll.
Zend
me ook - ik reken hierop zeker –
wat
Zeeuwse drop van d' apotheker,
en
dan vier strengen zwarte wol.
Gij
zult annex een spelboek vinden:
geef
't Willems om het in te binden;
ook
nog een speld: breng die terstond
bij
Dickhoffom te repareren,
en
vaders pels: laat Greve 't bont
vernieuwen,
en het laken keren.
O
foei! mijn hoofd raakt schier op hol!
Ik
zou in waarheid schier vergeten
't
gewichtigste u te laten weten:
koop
mij vier strengen zwarte wol.
Aug.
1849.
|