Eerlijk gezegd had
mevrouw Schilders er aanvankelijk niet echt veel zin in: een
dagtripje naar Goirle, en dan nog wel op de fiets. Ik wilde graag
het monument van en voor de befaamde Gôolse Gèèt zien, en
controleren of de geruchten daarover waar zijn. Pas nadat ik
beloofd had dat we na de kunstroute door Goirle ook de nieuwe
toeristische route van de onrechtmatige bouwvergunningen zouden
doen, ging ze akkoord.
En het viel niet
tegen. Het grote voordeel van kunst in de openbare ruimte in
Goirle is dat je meestal kunt zien wat het voorstelt. Voor
Tilburgers is dat even wennen. Hoewel, de stenen in het midden van
de rotonde van de Abcovenseweg hadden ook in Tilburg opgestapeld
kunnen staan. Een typisch ‘Tilburgs’ kunstwerk vind ik ook de
bollingen die iets verderop langs dezelfde weg boven het
wateroppervlak van een vijver uitsteken.
De geit staat er fraai
bij; ‘doodgemoedereerd’ zou je zeggen. Ze is uit staalplaat
gefiguurzaagd, maar zeer herkenbaar met uiers en alles, en
gemonteerd op een klassiek Grieks zuiltje. Op het omheinde veldje
scharrelen hennen, en huizen inderdaad enige geiten. De Gôolse
gèèt op een voetstuk. Eindelijk, want het heeft wat voeten in de
aarde gehad voordat ze stond waar ze staat. Zijn wij in Tilburg
trots op het symbool van de kruikezeiker (in brons in de
Nieuwlandstraat), een regelrechte verwijzing naar de armoede in
het Tilburg van de textiel, in Goirle waren velen niet blij met
een vergelijkbare verwijzing: de geit als de koe van de arme man.
Bovendien zegt een gevleugeld woord: Uit Gôol komt nog gin goei
gèèt.
Maar ja, beloofd was
beloofd, en wel aan Norbert de Vries. Bij zijn vertrek als
gemeenteambtenaar bedankte hij voor een geleerd symposium als
afscheidscadeau, en bedong hij de oprichting van het monument voor
de geit. Het is toeval dat ik De Vries goed ken, en daar zal ik
hier geen misbruik van maken. Alles wat in Goirle met cultuur te
maken had, leek echter collectief geslagen met schaamte voor het
verleden van de armoe, en ging eendrachtig (en dat is zeldzaam in
Goirle, behalve als het over bouwvergunningen gaat) gebukt onder
de last van die goeie gèèt die niet uit Gôol komt. Gelukkig is
er nu ook een boekje over ‘De geiten van Goirle’ van Piet
Wiercx, uitgegeven door de Heemkundige Kring. Daarin las ik dat
Goirle vroeger inderdaad een hoge geitdichtheid had, en hoe
misplaatst de recente Goirlese geitenfobie is geweest.
We zagen die dag nog
veel meer kunstwerken in Goirle. De Stoere, een zaaiende boer, een
mollige vrouw, maar het is vakantie, en ik ga ze dus niet allemaal
beschrijven. Eerlijk gezegd viel alleen de
afgetreden-wethoudersroute ons wat tegen. We nuttigden een glas
ranja op De Hovel, maar zochten tevergeefs naar prentbriefkaarten
met daarop de Gôolse gèèt om aan het thuisfront in Tilburg te
sturen. Die moeten er snel komen. Met als opschrift: Groeten van
de Goeie Gôolse Gèèt.
PS: de geruchten zijn
echt niet waar. De Gôolse geit staat niet met haar gat richting
Tilburg. |