INHOUD COLUMNS BRABANTS DAGBLAD
INHOUD SCHILDERS

HOME

CuBra


Print deze Pagina

Deze columns verschenen oorspronkelijk in het Brabants Dagblad

Ed Schilders
Woord


Eerst een katholieke sportanekdote. Toen Udenhouter Cornelis Verhoeven nog geen bekende filosoof en schrijver was, zat hij op de priesteropleiding, en daar moest hij ook voetballen. Niet alleen had Verhoeven daarvoor nauwelijks aanleg, maar hij begreep ook de buitenspelregel niet. De frater van de sport heeft toen een typisch katholieke beslissing genomen. Verhoeven werd uit het elftal gehaald en bleef er toch ook bij. Hij werd benoemd tot grensrechter. Dat lijkt een hele foute beslissing, maar dat is het niet. Een verdediger die blijft staan als de buitenspelval open moet gaan, veroorzaakt sportief gevaar; als de grensrechter het buitenspel niet opmerkt, dan is er altijd nog de scheidsrechter. En zo bleef Verhoeven toch teamgenoot.

Ik moest aan die anekdote denken toen ik in deze krant las over de uitverkiezing van het ‘meest katholieke woord’, georganiseerd door de website van Katholiek Nederland. In dat artikel stond dat bij een eerdere uitverkiezing Kees Fens, literatuurcriticus en een goede kennis van Verhoeven, geschreven heeft dat het meest katholieke woord ‘eigenlijk’ is. ‘Het moet zo,’ zei Fens, ‘maar eigenlijk…’ Door Verhoeven tot grensrechter te benoemen velde de frater van de sport een Salomonsoordeel. Het moet niet zo, maar eigenlijk…

Volgende week wordt bekendgemaakt wat dat meest katholieke woord geworden is. Toen ik eergisteren de tussenstand bekeek, was ‘zalig’ koploper. Ik kan daar een heel eind in meegaan, want zelf heb ik ooit voor de Tilburgse Revue een sketchje geschreven waarin twee tuinmannen zich afvragen of Peerke Donders nou zalig is of heilig. Het Salomonsoordeel wordt geveld als ze zich een borrel Peerke’s Nat goed laten smaken, en dan concluderen: ‘Hij is zaolig!’ Verder zijn woorden als ‘weesgegroetje’, ‘mis’, en ‘hostie’ populair bij de inzenders, en verrassend genoeg ook ‘pesjonkelen’. In Tilburg kon je pesjonkelen bij de paters kapucijnen aan de Korvelseweg. Samengevat kwam het erop neer dat je binnen korte tijd veel ‘aflaten’ (ook mooi) bij elkaar kon bidden voor de overledenen in het ‘vagevuur’ (een soort asielzoekerscentrum van de Hemel). Maar dat is lang geleden, en het verwijst vooral naar de nostalgie van het rijke Roomse leven, net als gutjesnonnen, tientjes van de rozenkrans, de droevige geheimen, wraakroepende zonden, en de Engel des heren. Maar als we het nu toch over die engel hebben, dan is ook ‘boodschappen’ een wonderschoon katholiek woord.

Ik heb het jarenlang moeten meebidden, elke dag op hoge noen, als het klokje van de kapel van het Sint Odulphuslyceum het Angelus klepte. ‘De engel des Heren heeft Maria geboodschapt…’ Hoe engel Gabriël van de huisartsenpost tegen Maria zei dat hij goed nieuws voor haar had over ‘de vrucht van uw schoot’. Dat ze, zeg maar eigenlijk, zwanger was. En na de bevalling – het was een jongen -- schreef Johannes de gynaecoloog in zijn evangelische status: ‘En het woord is vlees geworden.’ De verlosser is geboren. Op het geboortekaartje staat: We noemen hem Jezus.

Waarna ik tot de onverbiddelijke conclusie kwam dat het meest katholieke woord geen ander woord kan zijn dan ‘vlees’.