Het 'delftsblauwe' bord dat in 1938 werd vervaardigd ter
gelegenheid van het 75-jarig bestaan van Drukkerij Jan van
Laarhoven. Producent was de Société Céramique uit Maastricht.
Uit historisch oogpunt valt er nog al wat op te merken aan dit
bord. De ex-thuiswever Jan van Laarhoven startte immers in 1863 niet
met een drukkerij, maar met een boekbinderij. In 1875 breidde hij de
zaak uit met een papierhandel. Die bevonden zich niet aan de hier
getoonde locatie, maar 'op' het (nabijgelegen) Smidspad. Wanneer Van
Laarhoven naar het adres Wilhelminapark verhuisde is mijn niet
bekend. In 1907 werd daar de drukkerij gestart, en later ook de
kantoorboekhandel die in Tilburg bekend stond als 'Jan Plčk'.
De afbeelding op het bord doet vermoeden dat we te maken hebben
met een groot bedrijf. De realiteit is echter iets bescheidener. De
kantoorboekhandel (1) liegt er echter niet om: het was het meest
bescheiden pand in het getoonde straatbeeld, en dat is mogelijk de
reden waarom ervoor gekozen is het pand niet prominent af te
beelden. Pand nummer 2 is later aangekocht door Van Laarhoven, en
daar werd de boekhandel gevestigd.
De op het bord weergegeven situatie suggereert dat het achter de
huizenrij gelegen industriecomplex de junilerende drukkerij
vertegenwoordigt. Dat is niet zo. Nummer 3 is, inclusief de stevig
rokende schoorsteen, onderdeel van de textielfabriek van Thomas de
Beer. Het gebouw van twee verdiepingen (4) is de drukkerij. Het
perspectief is misleidend, want in werkelijkheid liep de straat (Wilhelminapark)
niet rechtdoor maar lagen deze panden in de bocht naar de westzijde
van het park.
Dezelfde schoorsteen en bedrijfshal (3 hierboven) zien we op een
briefhoofd uit 1912 van De Beer. De villa aan de straatkant bestaat
nog steeds. Rechts daarvan is tegenwoordig de ingang naar Museum De
Pont, gevestigd in de voormalige productiehallen van De Beer.
Van Laarhoven in 1983. 1 is het woonhuis van De Beer. 2 is het
originele winkelpand waarvan de gevel een flinke facelift gekregen
heeft. 3 is het later aangetrokken winkelpand (boekhandel). 4 is de
drukkerij. Het gehele complex is verdwenen en heeft ruimte gemaakt
voor een politiebureau.
Met dank aan Karel de Beer, Tilburgs Bijnamenboek
(Tilburg, 2000).
Briefhoofd De Beer en foto Van Laarhoven 1983 details van
afbeeldingen uit collectie Regionaal Archief Tilburg.
|
Ik
denk dat het wel klopt wat mevrouw Schilders dikwijls zegt: als
kitsch troef is, dan haal jij alle slagen. Ik heb in dit leven al
heel wat lelijkheid bekostigd. Ze vindt dat overigens niet zo heel
erg kwetsend, als ik de uitstalling ervan maar beperk tot mijn
werkkamer. Daar staat sinds kort, om maar wat te noemen, een gipsen
beeld van Tijl Uilenspiegel en Neele. Tijl draagt een rozerode broek
die hem veel te strak zit, Neele een spannend keurslijfje in
dezelfde kleur. Zes euro in een sympathiek uitdragerijtje in
Hilvarenbeek. Aan de muur hangt een reproductie uit 1904 waarop
Victor Hugo zit te staren over de zee. Met enige fantasie kun je
Hugo nog wel herkennen, maar ik geef toe dat die engel, die al
tokkelend op haar lier uit de blauwe hemel over hem nederdaalt,
zichtbaar vals speelt. Als het dreigt te gaan onweren, draait
mevrouw Schilders deze lijst om, en roept ze de heilige Donatus aan.
Maar goed. Voor twaalf euro vijftig liet deze jongen Hugo niet
liggen in de tot ‘brocanterie’ verbouwde varkensstal van
Biest-Houtakker.
Er
leek dan ook geen enkele goede reden te zijn waarom ik me afgelopen
maandag zou vervoegen naar Museum De Pont, alwaar het roemruchte
televisieprogramma ‘Tussen kunst en kitsch’ opnamen maakte.
Míjn uitslag stond bij voorbaat vast. En dat hadden meer mensen
moeten doen. Dan was ik niet bezoeker 1205 geweest. Dranghekken, een
verkeersregelaar: nooit bracht de moderne kunst die in De Pont
gepresenteerd wordt meer bezoekers op de been dan de kitsch die
vandaag massaal van kunst verdacht werd. Ik voelde me gesterkt en
ontmoedigd tegelijk.
Ik
zal nooit meer klagen als er op mijn postkantoor op het Wagnerplein
nog dertien wachtenden vóór mij zijn. Als ik in De Pont het
voorgeborchte van de kitsch betreed, worden juist de nummers 750 tot
800 toegelaten tot het vagevuur van de experts. Ik reken uit dat ik
bijna drie uur moet wachten. Wat moeten ze ermee, met mijn
delftsblauwe wandbord uit 1938 waarop de winkel van Jan van
Laarhoven – bijgenaamd Jan Plčk – staat afgebeeld? En zijn
drukkerij in de bocht tussen Smidspad en Wilhelminapark? Er is een
expert aanwezig voor ‘Europees en Chinees porselein’. Maar
niemand voor ‘Tilburgs porselein’. Het leek me zo leuk. Dit
bord. Omdat we in De Pont pal naast de plaats zitten die op dit bord
wordt afgebeeld. Omdat de plek waar Jan van Laarhoven ‘plčkte’
nu de inrit is waar die verkeersregelaar en die dranghekken staan.
Op het bord is ook nog een deel te zien van de textielfabriek van
Thomas de Beer, wiens spinnerij nu De Pont herbergt, waar we nu
zitten te hopen op dat wonder.
Ik
heb mijn beurt niet afgewacht. Deze slag haal ik niet. Maar als er
nog ooit een echt Stadsmuseum komt, dan krijgt dat dit delftsblauwe
bord van mij cadeau. Omdat kitsch misschien geen kunst is, maar wel
iets daartussen: geschiedenis.
|