Ze
zochten niet alleen een drukpers maar ook een drukker. Normaal
gesproken zou dat zo moeilijk niet geweest zijn, maar we schrijven
1632 en de standplaats van de drukker zou Paraguay worden: de
missiepost van de paters jezuïeten.
‘Ik
verzoek u,’ schreef een onbekend gebleven pater vanuit Paraguay
aan zijn overste in Spanje, ‘zo goed te zijn ervoor te zorgen
dat uit Frankrijk, Duitsland, of Vlaanderen een lekenbroeder naar
ons wordt gestuurd die zich bekwaamd heeft in de drukkunst.’ De
manuscripten lagen al klaar, daar in Paraguay: een grammatica, een
woordenboek, een catechismus, en een biechtspiegel.
De
Gutenberg van Paraguay werd voorlopig niet gevonden, maar in vele
andere missieposten overal ter wereld werd de drukkunst met succes
ingevoerd. In Mexico bijvoorbeeld, waar in 1537 drukker Juan
Pablos uit Lombardije met pers, papier, patrijzen, matrijzen, en
letterpan was gearriverd en onmiddellijk aan de slag ging met het
drukken van kerkboekjes. Of in Goa, waar de Portugees Juan
Bustamente in 1556 een complete werkplaats inrichtte.
Ik
ontleen deze gegevens aan het boek ‘Die Verdienste der
katholischen Heidenmission um die Buchdrucker-kunst in
überseeischen Ländern’ (1923). In grote lijnen herhaalt de
geschiedenis zich steeds weer, maar onder de soms wat droge data
en feiten ligt een wereld van avontuur verborgen. Op een houten
schip de oceaan over om in Peru te gaan drukken, in het ruim de
drukpers, de riemen papier, en lood om de letters te gieten. En
dat alles op de rug van een ezel die het naar Juli sjouwt, een
hoog in de bergen gelegen missiepost waar het Aymara-woordenboek
gedrukt moet worden.
Het
was vooral de moeilijkheid van de inheemse talen die het
noodzakelijk maakte de boeken ter plaatse te drukken. De
specifieke letterbeelden van die talen maakten het snijden en
gieten van nieuwe ‘alfabetten’ kostbaar en tijdrovend. Veel
paters werden naar Rome gezonden om daar letterstempels of reeds
gegoten garnituren van het Tamil, het Granta, of het Ethiopisch te
halen, en als die nog niet bestonden, te laten maken.
Dat
lijkt me het mooiste voor de pater die weer een nieuwe taal in
kaart had gebracht, en die een reis van maanden ondernam om in
Rome de benodigde drukletters te gaan halen. Trots zal hij op zijn
post zijn teruggekeerd.
Want
het Woord was er al, maar híj kwam de letters brengen.
Dichter
bij God kon je niet komen. |