Ouders,
houdt uw kinderen af van den voetbalmatch, door frater
J.J. Doodkorte; uitgegeven in Tilburg door het R.K.
Jongensweeshuis als deel 10 in de Opvoedkundige
brochurenreeks onder leiding van frater Sig. Rombouts.
Deel
88 uit dezelfde reeks heeft in 1936 al meer begrip voor de
sport in het katholieke leven
Uitgegeven in Antwerpen circa 1957 door Sporta. In de
reeks verscheen ook een boekje onder de titel 'Gebeden
voor sportmannen'
|
Enige jaren geleden schreef
ik voor de Volkskrant een korte en een langere column over
de verhouding tussen sport, en voetbal in het bijzonder, en
het katholicisme in de begindagen van de voetbalsport in
Nederland, midden jaren twintig van de vorige eeuw. Bij
gelegenheid van het EK 2004 laat ik die twee teksten
hieronder volgen. Ze geven in meer dan een opzicht nog
steeds te denken.
Spierploertendom
J.J.
Doodkorte was priester en pedagoog. Hij is ook de schrijver
van een
van de mooiste boekjes die ik ken, Jeugd en lectuur (1922).
Ik heb daarover al eens
geschreven in deze rubriek, en ik zal nu dus volstaan met
een
lovende samenvatting: in Doodkorte's visie leidde zelfs de
lectuur van Alleen op de
wereld rechtstreeks naar het heidendom en de ondergang van
de wereld.
Het
was Goede Vrijdag en in de rekken met 'Theologie' zocht ik
in een antiquariaat naar
enige gepaste lectuur voor het lange weekeinde. Ik had al
L'Apocalypse
(1921) gevonden, E. B. Allo's standaardwerk over de
Apocalyps,
een
mystieke SF-roman waarin Johannes de Evangelist het einde
der tijden beschrijft,
toen zich voor twee gulden en vijftig cent een brochure
voordeed met
de prachtige titel Ouders, houdt uw kinderen af van den
voetbalmatch!
(1922).
Dertig pagina's slechts, dus daar kom je amper de rust van Sparta-Feyenoord
en PSV-Ajax mee door, maar toen ik op het titelblad de auteursnaam
zag, aarzelde ik geen moment: J.J. Doodkorte.
Het
was Goede Vrijdag in april 1922 en voetbalvereniging
Bredania wilde vanuit
Breda naar Duitsland vertrekken voor een voetbaltoernooi.
Spontaan kwam toen in de
lokale dagbladpers een actie op gang om dat te verhinderen:
op Goede Vrijdag
wordt niet gereisd, en met Pasen niet gevoetbald. In Limburg
daarentegen was op
paaszondag een club uit Parijs gearriveerd om op Tweede
Paasdag
aan een toernooi mee te doen. Doodkorte: 'Wat is er van het hoogheilig
Paaschfeest terecht gekomen bij die katholieken?'
Het
was niet alleen de zondagsrust. Nederland-België was op 26
maart gespeeld
in Antwerpen, en zesduizend Oranje-supporters waren
aanwezig. 'Er zijn,'
schrijft Doodkorte, 'voor en na de match door de
Nederlanders
schandelijke
onwelvoeglijkheden gepleegd; dronkenschap en gelal,
ongehoorde vrijpostigheid,
vooral tegenover vrouwen.' Waren dat de supporters, de sportlui
zelf blonken slechts uit in 'opdringerige zelfvoldaanheid
over hun welgevormde en
gespierde body.' De 'beroemde opvoedkundige Förster' had
er een woord voor
bedacht, en Doodkorte zei het hem na: 'spierploertendom'.
Ook
in andere takken van sport loerde het gevaar. De
Sportillustratie, een rooms
blad nota bene, had foto's gepubliceerd van dames in zwempak
en van turnende
meisjes. In het diocees Haarlem was, ondanks het
bisschoppelijk verbod,
een gemengde korfbalclub opgericht. Zo worden ook de roomse
jongens en meisjes 'heetgemaakt
voor sport en lichaamscultuur.'
Wij
staan niet alleen, zei Doodkorte namens alle anti-sportieve
katholieken. Zelfs
neutrale bladen signaleerden het gevaar. De Revue der
sporten had
bericht
over 'de inrotte toestanden' op de voetbalveldjes, en Het
Volk had onlangs nog
geanalyseerd dat voetbal 'op één lijn staat met Buffalo
Bill-lectuur en stuiversromans.'
Die
vergelijking zal Doodkorte op het idee van Jeugd en lectuur
gebracht hebben, want
achter in Ouders! lees ik dat dat werkje 'Ter perse' is. De conclusies
in beide boekjes zijn dan ook in essentie gelijk: wij worden
'pretmenschen'
en daaraan zal de maatschappij ten onder gaan.
Je
kunt die apocalyptische boekjes analyseren en weerleggen,
maar het is de vergelijking
van voetbal met lezen die Doodkorte's ongelijk in één
keer duidelijk maakt. Sinds ik Jeugd en lectuur en Ouders,
houdt
uw kinderen af van den voetbalmatch! gelezen heb, begrijp ik
eindelijk dat lezers
topsporters zijn. Als de maatschappij dan toch ten onder
moet gaan, dan maar
sportend en lezend. En mocht het zelfs zo ver komen dat wij
daardoor ook het laatste
fluitsignaal der dagen zullen beleven: ik heb het boek
van Johannes al gelezen.
Matcherij
Een
moeder had gezegd: 'Mogen de goede vaders en moeders
medewerken om dat
voetballen, dat zeker de kanker is der maatschappij, te
weren.' En
pastoor Bolder uit Hengelo, een deskundige op het gebied van
patronaatswerk, had aan
de auteur eigenhandig een brief geschreven met daarin
een onthutsend inzicht: 'Het is een hartstochtelijk spel,
waaraan de jongen alles
opoffert, zijn gezondheid, zijn opvoeding, zijn geld, zijn
lessen, zijn ouderliefde, ook als 't moet zijn deugd.'
Een
leuker boekje over voetbal ken ik niet dan dit waaruit ik
citeer: 'Ouders,
houdt uw kinderen af van den voetbalmatch', in 1922
geschreven door
J.J. Doodkorte. 'Nederland eert in de voetbalextase zijn grootste
eenzijdigheid', had L. Lauer, nota bene hoofdredacteur van
de 'Revue der Sporten',
geschreven, en Doodkorte haalde hem gretig aan. Eén
grote parade van vooroordelen is het boekje, maar wat het zo
aardig maakt, is
dat het de inzichten zijn van gewichtige heren,
gerespecteerde
intellectuelen, en van 'gezaghebbende zijde', waartoe we, denk
ik, ook de moeders mogen rekenen. Dr. Ariëns, de gekende drankbestrijder,
meende dat voetbal meer kapot maakte dan drinken.
Bijna
iedere alinea van dit boekje zou ik willen citeren: de
mismaaktheid
der kromme benen, de kanker van de clubziekte, het pleidooi voor
voetbalkapelaans, en hoe de jeugd wordt 'heetgemaakt voor de
matcherij'.
Dat
was in 1922, toen de Nederlandsche Voetbalbond nog niet koninklijk
was, het woord 'spelridderlijkheid' nog bestond, en 60 procent
van de jongens onder de dertien jaar nog nooit gevoetbald
had.
Eén
ding echter wordt in dit boekje voor het eerst duidelijk, en
is sindsdien niet meer
aan twijfel onderhevig geweest: dat iedereen verstand
van voetbal heeft . |