In
zulke schijnbaar mislukte reisverhalen is er altijd iets waardoor
we de mislukking onmiddellijk vergeten. Cook verwoordt zijn
teleurstelling in zijn logboek (30 januari 1774) vrij nuchter,
voor iemand die op dat moment al anderhalf jaar aan het zoeken is.
Het Zuidland was er niet, althans niet ‘op een breedtegraad die
bevaarbaar is, en in een klimaat dat geschikt is voor de productie
van handelswaar.’ Tegelijk schreef hij echter nog wat anders:
dat hij verder was gevaren dan enige mens vóór hem, en dat het
hem sterk leek dat iemand nog zuidelijker zou kunnen varen. Hij
had de grenzen verlegd en het einde van de wereld bereikt, en dat
is het enige wat in zulke verhalen telt. Het boek over deze tweede
wereldreis, A Voyage Toward the South Pole, was
onmiddellijk een bestseller, ook al had Cook eigenlijk niet
ontdekt wat hij zocht.
Er
is geen ontdekkingsreiziger zo gecultiveerd als James Cook,
meestal aangeduid als Captain Cook, een koosnaam. Nicholas
Thomas vat het in Discoveries zo samen: ‘Voor het
grootste deel van zijn postume leven was Cook meer monument dan
mens.’ Hij wordt beschouwd als de ontdekker van Australië
(1770), hoewel zeevaarders als Tasman en Dampier daar al eerder de
zeilen hadden gestreken. Zijn schip, de Endeavour, is
nagebouwd en zeilt zijn wereldreizen na. Elk jaar wordt in Botany
Bay de landing van Cook op Australische bodem nagespeeld voor
toeristen en Cook-fanaten. Op het internet zijn behalve een
officiële website ook tientallen Cook-wandelingen en –pleziervaarten
te vinden ‘op historische grond’, alsmede sleutelhangers,
badhanddoeken, theeserviezen, en replica’s van schilderijen.
De
antropoloog Nicholas Thomas besteedt in Discoveries
evenveel aandacht aan de ontdekten als aan de ontdekkingsreiziger.
Dat levert een bijzonder informatieve lezing en interpretatie van
de beschikbare bronnen op, waarbij Thomas de vaak zo
geromantiseerde gebeurtenissen (nobele wilden, exotische rituelen,
menseneters) probeert te duiden vanuit het perspectief van de
inlandse bevolkingen en hun culturen. En bijna als vanzelfsprekend
leidt deze aanpak van het monument naar de mens. Als de dichter
Cowper de held bezingt met de regels ‘Wherever he [Cook] found
man, to nature true,/ The rights of man were sacred in his view’,
dan is dat niet alleen een idealisering maar vooral een Europese
weergave van ‘de rechten van de mens’. Aan de andere kant van
de wereld denken nog steeds heel veel mensen (onder wie Maori’s
en aboriginals) daar terecht heel anders over. In hun cultuur en
geschiedenis is Cook geen held maar een prototype van het westers
kolonialisme. ‘Cook was een syfilitische racist’, is wel het
meest abrupte tegengeluid in Discoveries, afkomstig van een
‘Hawaiiaanse activiste’, die daarmee doelt op de verspreiding
van venerische ziekten door Cooks bemanningen. Overigens schreef
Cook in zijn logboek al hoezeer hij zich daarvoor als Christen
schaamde, maar deze passages werden in A Voyage Toward the
South Pole afgezwakt, en in latere edities zelfs helemaal
geschrapt. Het meest directe voorbeeld van geschiedvervalsing ten
gunste van de heldenverering heeft Thomas voor het laatst bewaard.
Het schilderij dat E.P. Fox in 1902 maakte van Cooks landing in
Botany Bay, laat de kapitein zien die met een nobel handgebaar
zijn mannen opdraagt niet op de plaatselijke bevolking te
schieten. Thomas: ‘Het tegendeel is waar. Hij heeft zelf
geschreven dat hij het eerste schot loste.’
De
Canadese geograaf Samuel Bawlf doet in The Secret Voyage of Sir
Francis Drake eigenlijk precies het omgekeerde. Bawlf probeert
zijn held nog groter te maken dan hij in werkelijkheid al is.
Drake, wiens reputatie er toch voornamelijk een is als kaper,
vrijbuiter, en een van de coryfeeën in de zeeslag met de Spaanse
Armada, heeft volgens Bawlf als ontdekkingsreiziger maar één
gelijke: Cook. Zagen we bij Thomas een Cook die niet kon vinden
wat hij zocht, Het Grote Zuidland, bij Bawlf hebben we te maken
met de Canadese provincie Brits-Columbia, dat op zoek ging naar
een ontdekker. Of in ieder geval een legende die met een groots
gebaar gebood niet op de plaatselijke bevolking te schieten.
Bawlfs
theorie is eenvoudig. In 1577 vertrok Drake naar Zuid-Amerika voor
zijn dagelijkse beslommeringen: Spaanse schepen aanvallen en
uitplunderen. Hij zou echter ook een geheime opdracht hebben
gekregen van koningin Elizabeth zelve: doorvaren langs het
Noord-Amerikaans continent, naar Alaska, en van daaruit langs het
noorden van Canada terug naar de Atlantische oceaan: de
Noordelijke doorvaart. Tweehonderd jaar later zou dat Cook niet
lukken op zijn laatste zeereis, en het lukte dus ook Drake niet,
maar hij kwam wel verder dan Cook, zegt Bawlf, zodat
Brits-Columbia zich voortaan mag verheugen in een ontdekker van
wereldfaam: Francis Drake.
Dat
heeft een amusant boek opgeleverd waarin de zeereis van Drake
minutieus wordt gevolgd. Ook Bawlfs speurtochten door het werk van
cartografen als Ortelius en Hakluyt is fascinerend. Maar het
overtuigende bewijs van de geheime Drake-missie wordt bij lange na
niet geleverd. Daarvoor moeten er te veel historische haartjes
nogmaals gekloofd worden, is er te veel interpretatie en te weinig
document. Bawlfs ontdekking heeft veel media-aandacht gekregen in
Canada, maar ook harde kritiek uit wetenschappelijke kring. Dat
laatste komt omdat hij uiteindelijk een slechte
ontdekkingsreiziger is. Net als Cook had hij aan het eind van zijn
boek moeten toegeven dat hij het gezochte bewijs niet had kunnen
vinden, maar dat niemand verder was gekomen dan hij. De vergissing
menselijk gemaakt. Maar dat deed hij niet. Omdat hij een monument
wilde worden.
Nicholas
Thomas: Discoveries – The Voyages of Captain Cook.
Allan Lane; 504 pagina’s;
EURO 42,60.
ISBN 0 713 99557 2.
Samuel
Bawlf: The Secret Voyage of Sir Francis Drake.
Allan Lane; 400 pagina’s;
EURO 35,--.
ISBN 0 713 99589 0.
|