|
Ik las het toen ik een jaar of elf,
twaalf was, Edgar Allan Poe's klassieke horror- en
speurdersverhaal 'De moorden in de rue Morgue'. In ieder geval
kende ik toen de beginselen van het Frans nog niet, want ik
herinner me dat ik de straatnaam in gedachten uitsprak als 'rue
Morguu'. De horror was er niet minder om, en eigenlijk was ik
opgelucht door de ontknoping: dat een aap, en niet een mens, het
gruwelijks bedreven had dat met zoveel gevoel voor akelige details
op het omslag stond afgebeeld. Het lijk dat uit de schoorsteen
hangt, de opengezakte mond, de hangende haren. Het bloed op het
laken was nog het minste; die man in de schaduw met die kaars, het
licht in zijn ontzette ogen...
Ik heb de verhalen sindsdien nooit
meer gelezen, maar ik kon dat omslag niet meer vergeten. Toen ik
later de pocket op een boekenstalletje zag liggen, heb ik hem
gekocht om van tijd tot tijd de afbeelding nog eens te kunnen
bekijken. Op zoek naar de verloren angst. En als ik edities zie
van Poe's verhalen, kijk ik altijd wel even of het drama van de
rue Morgue geïllustreerd is, en hoe.
Enige weken geleden stuurde Jacques
Marie, een Franse vriend, per e-mail een aantal illustraties die
door Auguste Leroux gemaakt zijn voor een Franse editie van de
Poe-verhalen. De horror is hier wat minder aangezet, het
bloederige scheermes en de afgesneden keel ten spijt. Er is minder
angst, meer licht. Ik vroeg me ook af of deze illustratie
eigenlijk wel geslaagd is, omdat zij in feite de plot van het
verhaal verraadt: geen mens maar een aap. Tegelijk echter begreep
ik dat ik de afbeelding van mijn Prisma-pocket altijd verkeerd
begrepen heb. Altijd heb ik gedacht dat het lichaam van de vrouw
boven (dus op het dak) in de schoorsteen werd geduwd door die aap,
en daarna naar beneden is gezakt. De tekening van Leroux laat zien
hoe ik me vergist heb: de aap propt het lijk door de haard het
schoorsteenkanaal in. Het is de hoogste tijd om dit verhaal nog
eens te lezen. Het wachten is op een donkere, stormachtige nacht. |