CuBra

INHOUD ED SCHILDERS

HOME

Deze column verscheen oorspronkelijk in het Brabants dagblad / Tilburg Plus van 13 december 2012

Foto's:

Regionaal Archief Tilburg - Beeld On Line

Ed Schilders
Driekoningen

 

Afgelopen maandagavond werd in Goirle bekendgemaakt dat het Driekoningenzingen door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur is opgenomen in de Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed. Dat betekent erkenning en waardering voor de traditie, en een steuntje in de rug om die in stand te houden. Want, zo las ik in het verslag van Henk van Raak in deze krant, alle sprekers waren het roerend met elkaar eens: de traditie staat onder druk. Ik heb het gemerkt. Vorig jaar hebben mevrouw Schilders en ik wekenlang schuimpjes, chocoladebeestjes, spekken, tum tum, hartjes en engelse drop gegeten. Niet één trio aan de deur gehad. Zelfs geen ‘Driekoningen-Alleen’.

Ik heb er goede hoop op dat de erkenning zal bijdragen aan een heropleving van het driekoningenzingen. Dat is namelijk al eerder gebeurd in Tilburg, en wel in 1936. Toen spande winkeliersvereniging Korvel Vooruit zich in om de verlopen traditie in oude luister te herstellen, en dat was zo’n succes dat het volgende jaar voor het eerst in Tilburg prijzen werden toegekend aan de beste groepen. Prijzen voor zangkwaliteit, maar ook voor ‘groepen die de oude gebruiken het meest zuiver bewaren.’ Ik dacht, misschien kan ik nu wat bijdragen, door iets te vertellen over die oude gebruiken. En mogelijk is het een idee dat jury’s aanstaande 6 januari daarvoor, naast de zang, een speciale prijs instellen? Welnu.

Een zwarte koning is pas een echte zwarte koning, als het zwart afkomstig is van een kurk die boven een kaarsvlam geblakerd is. Het zwart mag door moeder in geen geval gelijkmatig opgebracht worden. Strepen en vlekken is veel mooier. Je bent geen Zwarte Piet. Smeer je gezicht eerst wel in met slaolie van Calvé, anders is je huid nog wekenlang schraal.

De kroontjes. Zelf uitknippen uit karton. Probeer schots en scheef te knippen. Zet er voor de pasvorm aan de achterkant met nietjes een stukje elastiek uit moeders naaimand tussen. Verf het karton met alle kleuren uit je waterverfdoos. Onder de kroon een witte hoofdtooi. Als er geen luiers (dus geen pampers) meer in de familie zijn, verknip dan oude kussenslopen. De koningsmantels kunnen van een afgedankt overgordijn gemaakt worden, maar probeer om ten minste één versleten perzisch tapijt met franjes te bemachtigen. De middelste koning is de sterdrager. Hij draagt het sigarenkistje. Daarin heeft vader met een gloeiende breinaald of een spijker gaatjes gebrand in de vorm van een ster. Let op dat vader de staart van de ster niet zogenaamd vergeet. In het kistje zit een wasknijper bevestigd die het kaarsje vasthoudt. Vader kan er ook een fietslampje in maken met een platte batterij van Witte Kat. De andere koningen dragen lampions met kaarsjes. Als het waait, is er dik kans dat zo’n lampion ‘vanzelf’ in brand vliegt. Gebeurt dat niet, steek een van de lampions dan halverwege de tocht zelf in de fik, en zing verder met het restant bungelend aan de stok.  Dat vinden de mensen zielig en dan krijg je meer. Niet vergeten: een flinke handtas voor het lekkers.

Hoe je aan een echte kameel kunt komen zal ik een andere keer vertellen.


"In geen geval gelijkmatig zwart opbrengen..."

 

"Onder de kroon een witte hoofdtooi..."

 

"...tapijt met franjes..."

 

 "gaatjes gebrand met een gloeiende breinaald of spijker..."