En
na een tijdje schaam je je, dat je dat bij jezelf niet eerder hebt
opgemerkt, net zoals andere onnadenkende alledaagse gewoonten: van
vlees eten, roken, geloven, mannen superieur achten aan vrouwen of
op een bepaalde politieke partij stemmen: het is allemaal nu dan
nog wel zoals het nu eenmaal is, maar daarmee is het nog
niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Zelfs lantarenpalen blijken
na een paar jaar weer anders en beter te kunnen.
Van
alles, zo blijkt steeds weer, zijn ook wel betere varianten
denkbaar, gelukkig voor de commercie én voor de cultuur; en voor
heel veel dingen tegenwoordig zelfs wel een biologische, kijk de
advertentie-pagina’s maar na.
Alleen
Honig heeft recentelijk een idee verzonnen om "oud"
zonder veel moeite toch een beetje verrassend en pseudo-nieuw te
laten lijken – door verlekkerd op al haar verpakkingen te zetten
"Vertrouwd!..."
Ook
als ze in werkelijkheid sluw veranderd blijken te zijn zijn, maar
dit terzijde.
Tijd
dus voor een onbarmhartige analyse van hóe op Wensgebied de zaken
staan, en wat er toch echt eens anders moet.
Om
te beginnen merk je dan, al ontrafelend, al de heimelijke
gemakzucht op waardoor wij zo vaak vallen voor voorbewerkte of
conserveer-spullen, of slapjes genoegen nemen met het bestaande:
diepvries, voorgepakt, of gekantenklaard. Terwijl je het bestaande
ongemerkt éigenlijk allang ouderwets, muf of ranzig bent gaan
vinden.
"Vers"
mag dan vaak wat moeilijker zijn, of duurder, of lastiger
moeiteloos te krijgen : maar voor waarlijk levendige geesten gaat
er toch niets boven vers.
Hoe
ouder je wordt, hoe nijpender dat besef: het begint onopgemerkt
met alleen een vage verhoogde belangstelling voor jonge blaadjes
en broodjes-gezond, maar het woekert ongemerkt voort tot het
spaakloopt in onloochenbare pedofilie of genadeloze snaaierij bij
C1000 naar valkuilen als dure maar afgeprijsde
over-de-datum-vlaaien of nog best sappig uitziende maar
gevaarlijke leverworst. Of ook wel alwat ouder maar toch nog best
lekker ruikend vruchtensap in de koelkast,- waarbij je pas
achteraf ontdekt dat juist het onopvallende alcoholgeurtje ervan
je op het verkeerde been heeft gezet, of erger.
Voor
eens en voor altijd dus: vers is éigenlijk altijd beter.
En dat dát òok wel weer eens risico’s kan herbergen –
schaats-ijs waar je nog door kunt zakken, pasgesneden sla met de
rupsen er nog in, gloednieuwe computerprogramma’s waar de ergste
bugs nog niet in opgemerkt, laat staan er uitgehaald zijn , en
meer van die riskante nieuwigheden -dat neem je omwille van die zo
aantrekkelijke prilheid tóch dikwijls maar voor lief.
En
dan heb ik het nog niet over vervang-vrouwen, of dergelijke
grootschaliger waagstukken, waar een mens minder vlot intrapt –
denkt hijzelf vantevoren tenminste.
Maar:
deze Nieuwjaarswens is écht splinternieuw, en hier en
vandaag is er gelukkig nog van weinig risico sprake. Inplaats
van een voorgedrukte of geposte Wens komt deze Bio-Wens immers
vers vanuit de pc op je toegesneld – terwijl daar, tot
vanmorgen, zelfs via Google nog helemaal niet zelfs maar het
bestaan van viel op te merken.
Voor
altijd en eeuwig kun jij je er voortaan op beroepen dat jij tot de
aller-aller-eersten hoorde die met het fenomeen Bio-wens in haar
nog maagdelijke staat kennismaakten, en die eer kan, enk eens in,
in ál die komende miljoenen jaren niemand meer van je afnemen. En
zelfs als tegen die tijd de geschiedenisboeken dikker en moderner
worden, kom jij er daarmee óok in, of althans in aanmerking.
Maar
laten we de toetsing voortzetten. Een tweede kenmerk van
biologische producten is, zoveel weet u er al wel van, wat er
allemaal niet in zit. In het algemeen zou je kunnen zeggen
dat hoe minder er in zit, hoe groter de kans op biologische
kwaliteit en erkenning.
Dat
is iets waar we steeds vaker kennis mee maken. Dingen zónder
suiker. Zónder vet, zonder melkeiwitten, zonder calorieën,
zonder alcohol,
zonder
schadelijke hulpstoffen, zonder kunstmest geteeld, zonder winst
voor de handelaar, zonder resten van wat dan ook, zonder
blootstelling aan ongewenste stralingen.
En
als we een oud versje mogen geloven is het hier ooit eens zó
zomers warm geweest , dat zelfs een paard geen schaduw gaf.
Over
biologie gesproken!
Godfried
Bomans heeft al eens een boekje geschreven – Erik of het Kleine
Insectenboek, om precies te zijn - waarvan hij schuchter en
waarschuwend opmerkt dat het wél een boek is zonder begin, zonder
eind, en ook zonder eigenlijk middenstuk. De lezer, erkent hij,
zal zich misschien voelen als die man die een stuk Zwitserse
gatenkaas kocht, maar met niets thuiskwam omdat hij juist het gat
getroffen had. Ja, dát is inderdaad het risico van pure en
onvervalste spullen; maar pioniers houden van kleine risico’s,
áls het maar bijdraagt tot echt en puur.
Mijn
pc bijvoorbeeld heeft gelukkig een sterke neiging tot
versimpeling, en eenvoud is immers het kenmerk van het ware.
Bij
de start vertoont hij steeds een eenzaam raampje waarin alleen
staat "Gdata firewall is not running!", zonder
dat ik enig idee heb van wat ik daarmee nu mis, of waar of hoe ik
er iets aan zou kunnen doen - als ik al zou willen, want ik heb al
een andere brandmuur.
En
wat ik me trouwens moet voorstellen bij een "running
wall", vergeleken met een stilstaande muur, dat blijft
ook al oningevuld.
En
even later verschijnt er bij die start over het beginscherm alweer
een ander klein mini-schermpje dat alleen vermeldt "Uw
inschrijving is verlopen. Wilt u haar vernieuwen?", zonder
dat er ook maar énige aanduiding bij is over wat voor soort
lidmaatschap of program het daarbij in ’s hemelsnaam gaat, wat
zich daarvoor zou lenen.
Een
moderne, cleane benadering dus , zonder toeters, bellen of poeha,
zelfs zonder betékenis.
Uiteraard
antwoord ik steeds "neen", dus het blijft al jaren
hetzelfde, - lastig maar niet bedreigend, beide partijen tevreden,
lijkt me. Verder vereenvoudigen zou denkelijk geen verdere
voordelen meer opleveren.
Op
den duur lijken het vertrouwde buren, die schermpjes.
Maar
hoe het zij: vers en puur zijn kennelijk voorwaarden
voor biologisch waardevolle eigenschappen. Laat Wilders het maar
niet horen, dat "van vreemde smetten vrij".
En
natuurlijk is een onmiskenbare karakteristiek voor een biologische
signatuur ook: dat het met Leven te maken heeft.
Ik
ben daar heel gulzig en lijfelijk in, vrees ik, en ook wel wat
overmatig fantasierijk: overal heb ik de neiging mij de dingen of
verschijnselen voor te stellen als levend of sterk gelijkend op
levendige zaken of voorvallen uit mijn eigen geschiedenis. En soms
kan dat heel hartverwarmend uitpakken.
Maar
ook wel juist heel teleurstellend als het een misgreep blijkt, dat
zal ik niet verhullen.
Ik
noem u een pijnlijk voorbeeld:
Al
vroeg in mijn jeugd maakte ik kennis met sterrenkunde, en
probeerde ik aan de hemel de dingen te lezen zoals de heilige
Theresia, die – toen ze het sterrenbeeld Orion zag, met die
liggende "T" erin – uitriep: "Oh, kijk, mijn naam
staat aan de hemel geschreven!" Ik heb jarenlang alsmaar de
sterrenhemel afgezocht naar een goed herkenbare "E",
maar tot dusver tevergeefs.
Maar
toen ik kennismaakte met het Zevengesternte – de zo maar
moeizaam zichtbare, om zo te zeggen visueel haast fluisterende
sterrengroep "Pleiaden" - deed dat mij denken aan ons
gezin: wij waren óok met z’n zevenen toen. Zij – die Pleiaden
dus - zagen er, zo dicht op een hoopje, uit alsof het daar heel
gezellig moest zijn.
En
toen ik eenmaal tot mijn verrassing gehoord had dat die zeven
sterren afhankelijk van hun temperatuur ook allemaal zelfs een
verschillende kleur hadden, werd het lokkende beeld nóg
attractiever. Ik zag toen ons zevenen daar als het ware aan tafel
zitten als stralende kleurige bollen, zoals de lampjes in onze
kerstboom vroeger – toen kleurige lampjes nog mode waren.
Prachtig!
Ik
groette die sterren als kind altijd als ik ze weer zag. En het was
dan ook een barre teleurstelling toen ik op een kwaad moment
ontdekte dat ze alleen maar in schijn zo bij elkaar leken
te staan. Dat ze in werkelijkheid, als losse bomen op een grote
vlakte, allemaal op heel verschillende afstanden stonden, die we
alleen vanuit óns gezichtspunt zien alsof ze iets met
elkaar te maken hebben.
Dus
niks gezellig kleurig hoopje, maar losse eenzame zwijgende bollen
in een kille zwarte omgeving, waarvan je alleen maar kunt hopen
dat ze van zichzelf warmte genoeg maken om niet zo kouwelijk in
die ijswereld te staan. En niemand die lol kan bleven aan
hun kleuren!
Maar:
dat zijn natuurlijk uitzonderingen die de regel bevestigen: niets
mooiers dan eenvoudige, levende dingen!
Maar
goed, om nu eindelijk op mijn Nieuwjaarswens uit te komen: net als
de mensen altijd al de neiging hebben gehad om in sterrenbeelden,
wolken of schaduwen goden en helden te zien, hebben wij blijkbaar
ook de neiging om aan de gekste dingen Macht, Toverkracht of Leven
toe te schrijven – ook aan wensen en gebeden.
En
een enkele keer – ik heb er legio voorbeelden van meegemaakt -
lijkt het zelfs ook echt wel zo te wérken, en komen wensen soms
werkelijk uit, of lijken gebeden verhoord te worden. Misschien zit
er ook wel iets biologisch in, zo gezien. In ieder geval wil ik
nooit meer die ouwe platgelopen Wensen, nu ik ook hier de meer
levende, misschien meer werkzame, eenmaal op het spoor ben.
In
ieder geval wensen mijn Ans en ik jou of jullie via deze
eerste-soort Biologische Nieuwjaarswens, - veel beter dus dan die
ouwe!-, van harte toe dat dit een rijk en leuk jaar wordt, en dat
de portie narigheid die niet helemaal te vermijden zal zijn, toch
verhoudingsgewijs meevalt. Dat je blijft kunnen rekenen op
je kinderen, je vrienden, je buren en collega’s, én op je eigen
gezondheid, vaardigheden, uithoudingsvermogen en creativiteit.
Zo
zie je toch, zoals je op die TV-reclame al wekenlang hebt kunnen
opmerken als je toen geen koffie was gaan maken, dat Kracht en
Zorgzaamheid wel degelijk kunnen samengaan.
En
bovendien verbinden we aan onze wensen ook nog een recht
hartelijke felicitatie, omdat je tot de allereersten hoort die
weet hadden van de nieuwe Biologische Nieuwjaarswens.
Bof
jij even, en dat al meteen in de allereerste week van 2010!
Zegt
het voort!