INHOUD RKJW
CUBRA HOME

 

Jos Naaijkens

UIT DE RIJKE GESCHIEDENIS VAN DE TILBURGSE DRUKKERIJ R.K. JONGENSWEESHUIS


Puk en Muk op de tandem

 

 

1940 (eerste druk)

 

 

1953 (zevende druk)

 

Jaren lang is het tijdschrift ‘De Engelbewaarder’ uitgegeven door de ‘Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis Tilburg’. In jaargang 54, die loopt van 1 mei 1938 tot 1 mei 1939, vinden we tien afleveringen van het verhaal ‘Puk en Muk op de tandem’. Het vervolgverhaal in ‘De Engelbewaarder’ verschijnt vanaf 1939 als boek.  

 

 

De Engelbewaarder jaargang 54.

 

  

Bladzijde 31 uit jaargang 54 van De Engelbewaarder.

 

Bladzijde 64 uit jaargang 54 van De Engelbewaarder.

 

 

De auteur is Frans Fransen, één van de schrijversnamen van Frater Franciscus Xaverius van Ostaden. Geboren te Tilburg op 13 februari 1896. Te Vught overleden 21 oktober 1961.  

Hij is de schrijver van o.a. de populaire reeks ‘Puk en Muk’ boekjes. De afbeeldingen zijn van de Oostenrijkse illustrator Carl Storch (1868-1955). 

 

 

Frater Franciscus Xaverius van Ostaden.

 

Op zijn bidprentje staat vermeld: ‘Het waren zijn pukken en mukken, die hij de blijdschap van het leven liet zien. Zijn voorliefde ging uit naar hen, die het minst bedeeld waren’.

 

 

Bidprentje.

 

Wie kent ze niet. Puk en Muk de twee kleine jongens met een heleboel ‘broertjes’ wonen in het huis van Klaas Vaak. Alle jongens zijn neefjes van Klaas Vaak en bestieren het hele huishouden. De inbreng van de pater familias Klaas Vaak is gering.

Puk en Muk zijn bijna altijd onafscheidelijk. Meestal gaat Puk voor de slimmerik door en Muk de domoor die liever moe is.

Puk en Muk krijgen van een goede kennis, professor Snuffelmans, een kindertandem.

 

 

 

 

Tijdens hun eerste fietstochtje wordt de weg versperd door Gijs de Slokker. De jongens gaan met hem mee naar zijn huis en krijgen wat te eten.

 

 

 

Er wordt vervolgens een bezoek gebracht aan J. Haastrecht, Mr. Schoenmaker, Hofleverancier. Via hem komen Puk en Muk in contact met koning Neppo-Neppi en de tweeling prinsje Hermelijn en prinsesje Gondelijn. De koningin, hun moeder, is van verdriet gestorven.  

 

 

 

Op het paleis zijn de twee kleine baasjes graag geziene gasten. Prinsje Hermelijn mag ook even op de tandemfiets. Hij neemt de voorplaats in. Dit is echter geen succes. Hij komt te vallen zodat de hofdames erg schrikken.

 

 

 

Tijd om van de koning afstand te nemen. Het prinsje en prinsesje gaan in een koets met Puk en Muk naar het huis van Klaas Vaak. Ze willen dat grote gezellige gezin ook wel eens zien.

 

 

 

Na wat gegeten te hebben is het tijd om weer naar het paleis terug te keren. Klaas Vaak stelt voor om het tandemfietsje aan de koningskinderen te geven. Puk en Muk gaan ermee akkoord.

 

 

 

Ter afsluiting van het boek op bladzijde 103 een ietwat moraliserend slotwoord:

 

 

 

 

‘Drukkerij Zwijsen’, de opvolger van ‘Drukkerij R.K. Jongensweeshuis Tilburg’, heeft het boekje tweemaal uitgegeven. In 1979 met auteur Jos Haens naar een idee van Frans Fransen. Verder nog een uitgave met een omslagontwerp van Toos Koedam.    

 

  

  

 

Bronnen

Caesarius Mommers & Ger Janssen, Zwijsen een passie voor uitgeven, Tilburg, 1997 (Uitgeverij Zwijsen B.V.).

Regionaal Archief Tilburg, Collectie bidprentjes.

Diverse auteurs, De Engelbewaarder. Geïllustreerd tijdschrift voor de katholieke jeugd, Tilburg, 1938-1939, jaargang 54 (Drukkerij van het R.K. Jongensweeshuis, Tilburg).

Frans Fransen, Puk en Muk op de tandem, Tilburg, 1953, zevende druk (Drukkerij R.K. Jongensweeshuiis, Tilburg).

Wikipedia, Puk en Muk.