OPROEP: Onderstaande foto is afkomstig uit de Katholieke
Illustratie, jaargang 1928-1929. Meer informatie dan in het bijschrift
te lezen is, gaf het blad niet. Wie kan over de omstandigheden meer
informatie verstrekken? Alle inzendingen worden op deze pagina van CuBra gepubliceerd.
Hopelijk ontstaat daardoor een helder beeld van de omstandigheden
waaronder en waarom de graven geruimd werden.
Om te
mailen: KLIK HIER
BEZOEK
OOK DE WEBSITE van de heemkundekring in Loon op Zand:
www.heemkundekringloonoptsandt.nl
INZENDING
VAN PIET VAN BEERS:
Deze
foto is genomen bij de voorbereidingen van de uitbreiding van de kerk.
Hier
volgt een stuk tekst dat ik overgenomen heb uit een uitgave van de
Heemkundekring "Loon opīt
Sandt" uitgegeven in Augustas 1988. Ik
citeer: "Inmiddels was de kerk veel te klein geworden. Pastoor
Murč kreeg daarom in 1928 toestemming van Mgr. Diepen om de kerk te
restaureren en te vergroten met een tweede dwarstransept volgens een
ontwerp van architect H.W.Valk uit den Bosch. Om diverse redenen is
deze uitbreiding architectonisch geen succes geworden."
Dit
was dus de reden dat het kerkhof ter plaatse "geruimd" moest
worden.
Degene
die dat moest doen was de toenmalige grafdelver Koos Schoor. Dagelijks
zag men hem dus maandenlang dit niet zo aangename werk verrichten. In
die tijd was de kruiwagen het transportmiddel dat voor zoīn karwei
gebruikt werd. Het verhaal gaat dat Koos (die bij tijd en wijle ook
ging schaften) op de rand van de kruiwagen gezeten zīn pakje
boterhammen op zat te peuzelen en gelijktijdig met zīn andere hand
het overtollige zand nog van de beenderen zat te kloppen.
Hoe
het ook zij: het massagraf dat ergens in de buurt van de kerk is
gelegen heeft geen aanwijsbare plaats gekregen en de precieze ligging
is niet meer bekend.
De
graven van de eerder overleden pastoors zijn aan de zuidzijde van de
kerk gesitueerd.
Ook
het graf van Pastoor Murč, dat deze opmerkelijke pastoor al geruime
tijd voor zijn verscheiden (met
steen en al) gereserveerd had, ligt tegen de zuidgevel.
Op
zijn graf staat o.a. het volgende grafschrift: AL DE MIJNEN VERGEET
MIJ NIET.
Het
verhaal gaat dat grappenmakers de N van mijnen veranderd hadden in een
D.
Zodat
er in het dorp al gauw meesmuilend gelachen kon worden. Of het waar
is:
Die
het īt laatst heeft verteld die leeft nog
Er
zou nog een (klein) boekje te schrijven zijn over deze kleurrijke
zielenherder die na een 30-jarig "bewind"
in 1933 overleed. Ik heb hem gekend toen ik als kind met mijn ouders
mee ter kerke mocht.