In memoriam Jacques
Stroucken
door Tom Tacken
Hij
zaat
In
zun eige gekeerd
Himmaol
te buiteste binne
Opa
te zèn;
Zinde
wè
Dan
gong ut
Gelèk
Laangs
um hinne.
Un
fles - docht ik dik, ak um zaag -
toe
den bojem toe uitgedronke,
heej
nog alleen mar un ziel
en
den droes
die
omleeg is gezonke.
Gaondeweg
Wier
ut vlèmke al klèner;
Ge
zaagt ut gebeure;
Ge
hield oewen aojem
Hôst
in
Om
ut wonder
Niet
te versteure.
Hauwdoe…
Hij
gaaf me gin haand;
Mar
ik naam wèttie nie mir wô geve;
Ik
vuulde
De
klop
van
Zun
Hart
Aon
de binnekaant geeve
Van
zun leve.
In 1994 won Jacques Stroucken met dit gedicht, Opa
geheten, de eerste prijs op het Dialectfestival in Lieshout. Zelf
grootvader geworden stierf hij in de nacht van vrijdag op zaterdag op
75-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartinfarct.
Stroucken was een dialectdichter, een van de weinigen,
die plat en diep wist te combineren.
Hij bracht in datzelfde jaar 1994 een
bundel uit, Toemethooi, vol dartelende verzen. Er zat ook een Ode aan
Gèssel in, een loflied op het dorp waar hij zijn draai had gevonden.
Stroucken, classicus van professie en uit passie, publiceerde als
Jodocus zijn dialectgedichten in Moer- gestel Nieuws.
KLIK
HIER VOOR GEDICHTEN VAN JODOCUS OP CUBRA
Stroucken had een
belangrijke hand in het jubileumboek over de Moergestelse harmonie;
hij was jarenlang voorzitter van Hengelsportvereniging De Rietvoorn;
hij hield als correspondent voor het Nieuwsblad zijn dorp in de gaten;
hij schopte het een jaar tot Oppersauwelèèr van het dorp; en hij was
de laatste vertegenwoordiger van de Sociale Partij Moergestel in de
gemeenteraad van het dorp.
Ontdekken
Voor het harde, politieke bedrijf was hij
echter niet in de wieg gelegd. Stroucken bloeide op in de cultuur van
de taal, in het volle besef dat in het Gèssels net zoveel te
ontdekken viel als in het Grieks.
Door privé-omstandigheden genoopt, moest Stroucken in
1996 Moergestel inruilen voor Oisterwijk, de gemeentelijke herindeling
als het ware vooruitsnellend.
In zijn afscheidsrede aan de raad beloofde hij 'in elk
geval mijn dubbeltjespot bij café de Klaore bij te houden'. Toch zou
hij zich daarna nog maar zelden laten zien in het dorp dat hem zo na
aan het hart had gelegen.
Het was niet zoals wijlen burgemeester Ter Veer van
Moergestel uitriep toen hij bij de presentatie van Toemethooi werd
uitgedaagd een gedicht van Jacques Stroucken voor te lezen.
Alleen zij die in het dorp geboren zijn, konden de
taal ervan spreken, zo meende burgemeester Ter Veer.
Maar Stroucken, geboren in Hintham bij
Rosmalen, trok zich daar niets van. Hij had er al een leven als
kloosterling op zitten toen hij in Moergestel neerstreek om er niet
alleen, samen met zijn vrouw, hun zoon Bram en dochter Esther groot te
brengen.
Het dorp had er in Jacques Stroucken ook een
sprankelende persoonlijkheid bijgekregen.
|