over
het nut van lezen
bij
gebrek aan beter
een
droomtapijt een rijbewijs
reisde
schoonmoeder de wereld af
op
bedrukt papier
letterlijk
thuis in het alfabet
hoeveel
landen heeft zij aldus
niet
bezocht
steden
niet gezien
die
haar tent 't liefst opsloeg
bloot
onder de hemel
bewoonde
ontkleed een alkoof
waar
het vuur werd gedoofd
het
avontuur het wereldleed
beleefde
zij met haar ogen
zo
grijs en stil
in
mistige herfstzon
dat
een spin zich in weefsel vergiste
geen
woede dan die om te lezen
de
magere matigheid zelf
vraatzuchtig
boeken verslindend
op
haar huid verweerd tot perkament
schreven
wij met zachte vingers
mistroostige
elegieën
grote
druk kon zij tot het laatst toe aan
toen
deze vervaagde
gaf
zij 't op
geluidloos
als letters
over
het netvlies glijden
zuchtte
zij zich van leven naar dood
oude
verhalen dreven rusteloos
rond
door haar kamer
wij
openden haar laatste wens
'lees
van mijn wit gezicht
het
laatste gedicht'