INHOUD ROBBEN
HOME

CUBRA

Foto's Ed Schilders - Copyright Ed Schilders, CuBra & Cees Robben Stichting.

Deze column verscheen in het Brabants Dagblad - Tilburg Plus van 9 sept. 2004

 

Cees Robben

 Stoel

Ed Schilders


In het voorhuis en de schuur van Heemkundige kring De Vyer Heertganghen in Goirle bezocht ik vorige week zaterdag een tentoonstelling over werk en persoon van Cees Robben. De nazomer is mooi en warm, en het opschrift van het bord bij de ingang van de schuur vond ik daarom meer dan terecht: ‘In de schuur geen vuur’. Een klein halfuur later, doorgebracht in diezelfde schuur die afgeladen volgestouwd is met werk van en documenten over Cees Robben, moest ik even lachen, juist wegens dat bordje. In een van de vitrinekasten in die schuur-zonder-vuur ligt namelijk een klein velletje tekenpapier, waarop Robben lang geleden in potlood twee doosjes Zwaluw-lucifers schetste. Toch vuur in de schuur, dus. Dat schetsje is ondertussen ook nog wat anders. Het is schoonheid op de vierkante centimeter. Door het onvoltooide heen zie je de hand van een tekenaar die naar perfectie streeft, en lees je de woorden die hij niet getekend heeft, maar die iedere Zwaluw-gebruiker uit het hoofd kent: Säkerhets Tändstickor, en Uddevalla. Dat is Zweeds voor: Veiligheidslucifers, en Goirle. Dat laatste is, ik geef het toe, erg vrij vertaald.

Naast tientallen, misschien wel honderden reproducties van Robbens ‘Prent van de week’, is in de schuur een zeer grote hoeveelheid documenten te zien uit het persoonlijke leven van de Tilburgse tekenaar die naar Goirle verhuisde. Zijn boekenkast staat er, met een hoog Reader’s Digest-gehalte; zijn pet en penselen zijn er te zien; en een van de mooiste objecten is de verzameling van beterschapskaarten die de lezers van deze krant hem toestuurden toen hij ernstig ziek in het ziekenhuis lag. Maar er is meer.

In het voorhuis is het werk van Cees Robben opgehangen uit de tijd dat hij nog niet de Cees Robben van ‘de prent’ was. Vroeg werk in olie- en waterverf, in pen en potlood. Werk dat zijn streven verraadt naar de beheersing van de techniek van het tekenen en schilderen. Je ziet er ongeduld in maar ook vastberadenheid. Er hangt een aquarel (uit 1933) van vier bijna afgedragen schoenen. Robben lijkt zijn penseel niet alleen in water en verf te hebben gedompeld maar ook in zweetvoeten. Je kunt ze bijna ruiken. In dezelfde ruimte hangt ook de mooiste tekening: een stoel met op de zitting een hoed, en aan de rugleuning een paraplu gehangen. Deze tekening, dacht ik, is perfect. Ik mocht er een foto van maken.

Dat die tekening van die stoel perfect is, durf ik te beweren met meer dan het gemak van een kijker. Pas toen ik weer thuis was en de foto op het beeldscherm terugzag, viel het me op. Zo’n stoel heb ik. Hij staat hier naast me bij het bureau. Mevrouw Schilders heeft indertijd de zitting opnieuw bekleed met een stofje met een hoog Laura Ashley-gehalte, maar verder klopt alles. Zelfs de plaats waar Robben de schroeven in het hout tekende.

U begrijpt het? Dat ik voortaan maar al te graag denk dat ik hem heb: die stoel van die tekening. Nu die hoed nog, en die paraplu.