INHOUD CEES ROBBEN
HOME

CuBra

Deze tekst verscheen oorspronkelijk in het tijdschrift Brabants, kwartaaluitgave over Brabantse Taal

Copyright ©Ed Schilders & Cees Robben Stichting

 

 

CEES ROBBEN

artikelen uit tijdschrift Brabants door Ed Schilders

Scheetschaamte

In de vorige aflevering ging het over het lichaamsdeel ‘achterwerk’. In dit vervolg verschuift het accent naar de ‘werking’ van dat lichaamsdeel. Cees Robben ging dat onderdeel van het dagelijks leven – soms hinderlijk maar in de volksbeleving ook humoristisch – niet uit de weg in zijn prenten. Twee van zijn bekendste prenten gaan zelfs over ‘’t höske’ – het vaak krakkemikkige, in de tuin gebouwde huisje boven de beerput – en de wind. De man staat al met de klink van het höske in de hand. Vraagt de vrouw wat er is. Hij waarschuwt: ‘Och meens, gao uit de licht staon, want ik blaos de plaanke van ’t höske.’

De vier woordenboeken van het dialect van Tilburg en omgeving hebben Robben nauwelijks gevolgd in zijn aandacht voor de flater. Een van Robbens beste prenten stelt een vrouw voor die aan haar vriendin vertelt dat haar man dol is op erwtensoep, en dat hij dan ’s avonds altijd ‘zit te vozen’. De humor bestaat eruit dat de man in de prent aanwezig is, en dat Robben diens schaamte en verlegenheid uiterst subtiel in ’s mans ogen heeft weergegeven. ‘Vozen’ (dat in het standaard Nederlands een seksuele of erotische betekenis heeft) komt in de betekenis van ‘winden laten’ in de genoemde woordenboeken echter niet voor.

De klassieke ‘windjesprent’ die ik bedoel, is deze

Robben heeft twee schertsende gezegdes samengevoegd: ‘de gebreide broek’ als typering voor een vrouw, en de vergoelijking van haar (incidentele) winderigheid: sneeuw is erger. Robben publiceerde de tekening in zijn Prentebuukske 6 in 1975; sinds 1980 komt het gezegde van de ‘gebraaide broek’ voor in de boeken van Inez van Eijk. De woordenboeken van het Tilburgs laten ons helaas ook hier in de steek. Uit scheetschaamte? Alleen Jan Naaijkens heeft de twee gezegdes (overigens zonder Robben of zijn prent te noemen) opgenomen in Dè’s Biks, en wel onder het trefwoord ‘batterij’. Dat is niet vreemd, want ‘achter de batterij liggen’ komt in alle belangrijke spreekwoordenboeken voor, zelfs in recente edities van Van Dale, en in dezelfde betekenis als ‘achter de gebreide broek’. Bij ‘batterij’ ligt het accent uiteraard meer op de winderigheid en de knallen. Robben verkoos echter de gebreide broek-variant om te benadrukken dat het achter die broek in ieder geval nooit kóud is. Maar warm. De wind als beeld voor het toppunt van echtelijk geluk.