INHOUD CEES ROBBEN
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO
SPECIAAL

CuBra

De Stichting die het werk van Cees Robben beheert heeft een eigen website. KLIK HIER

Copyright 2009 CUBRA

 

 

 

CEES ROBBEN

Het Amerikaanse debuut van Cees Robbens Prent van de Week

Zult?

Ed Schilders

Het zal u niet ontgaan zijn dat het deze week vierhonderd jaar geleden is dat Henry Hudson aan land ging op Manhattan en daar Nieuw-Amsterdam stichtte, het hele prille begin van wat nu New York is. Dat wordt flink gevierd. Willem Alexander en Máxima zijn er de hele week druk druk druk mee. Vanavond openen bijvoorbeeld op Governor’s Island de speciale edities van Oerol en De Parade, en minister Plasterk biedt morgen het eerste exemplaar aan van het boek Cookies, Coleslaw and Stoops.

Als die titel behalve Engels ook Nederlands klinkt, dan komt dat omdat het een boek is over woorden die via de Nederlandse kolonisten in het Amerikaans-Engels terecht zijn gekomen. Er staat dus inderdaad gewoon: ‘Koekjes, koolsla en stoepen’. De Nederlandse editie heet Yankees, Cookies en Dollars – ‘Jan-Kees, Koekjes en Daalders’. De studie, deels opgezet als een woordenboek, werd geschreven door Nicoline van der Sijs, die ongeveer 250 van zulke woorden behandelt.

Door dit boek heb ik een heel klein steentje kunnen bijdragen aan het historisch taalbesef van de Amerikanen. En ik niet alleen, ook Cees Robben. Want ongeveer een halfjaar geleden vroeg Van der Sijs mij of ik het onderzoek wilde doen naar illustraties voor dit boek. Het moesten er ongeveer tachtig zijn. Dat leek me een leuke opdracht, maar het bleek niet makkelijk. De eerste vijftig, dat ging wel. Hoople – hoepel, sawbuck – zaagbok, bed-pan – beddenpan, knicker – knikker, skate – schaats, sleigh – slee… dat zijn begrippen met een onmiskenbare vorm, en dus makkelijk te gebruiken naast de tekst. Maar vind maar eens een duidelijke afbeelding van bijvoorbeeld balkenbrij, hutspot, erwtensoep, of zult.

Als Amerikanen zult eten, dan eten ze headcheese, en dat is de letterlijke vertaling van het Nederlandse hoofdkaas. Amerika is ons nooit voldoende dankbaar geweest voor de introductie van deze lekkernij. Het wordt hoog tijd voor een Mac-Zult. Maar de vraag was dus hoe je zult illustreert. Van der Sijs geeft een lange woordenboekomschrijving: ‘Het vlees van de kop (en soms poten en organen) van een varken, gekookt, fijngehakt, en vervolgens in de vorm van een kaas gegoten of soms als worst klaargemaakt en op brood gegeten, net als kaas.’ Toen dacht ik aan een Prent van de Week van Cees Robben. Een dame vraagt aan de slager wat zult is, waarop de slager ultrakort antwoordt: ‘Wč zult is mevrouw? Dč’s ’n vččreke wč gelččk in de frut zit. Mar wel lekker!’ Een definitie recht uit het volkswoordenboek. De Cees Robben Stichting gaf toestemming voor publicatie van de prent, en zo kon het gebeuren dat Robben twintig jaar na zijn dood zijn debuut maakt in de VS, en dat voor het eerst een Tilburgse tekst in het Amerikaans-Engels vertaald is: ‘Headcheese? Well eh… ma’am, that’s a pig, but all mixed up. But very tasty!’


Deze column verscheen oorspronkelijk op 10 september 2009 in Het Brabants Dagblad / Tilburg Plus