Ruilhandel
In
de oorlogsjaren bestond er tussen ons kinderen 創
levendige
ruilhandel.
Niet
alleen knikkers, tollen, voetbalplaatjes en ringen
van
vliegtuigglas verwisselden vaak van eigenaar, maar
in
sommige gevallen ging de ruilhandel nog net 地 tikkeltje
verder.
Via
mijn klas- en buurtgenoot Jos Coenen werd ik de
gelukkige
eigenaar van een op het eerste gezicht
vreemd
voorwerp, waar ik aanvankelijk niet goed raad
mee
wist.
Het
bleek een kristalontvanger te zijn.
Jos
was gek op grote glazen stuiters. Voor tien stuiters
en
vijfentwintig zeldzame voetbalplaatjes was ik nu eigenaar
van
een "radiotoestel".
Het
kristalontvangertje was 地 simpel apparaat. In een houten
bakje
bevond zich 地 fijn naaldje, een stukje kristal en enkele
spoeltjes.
En
niet te vergeten de koptelefoon, die met het apparaatje
was
verbonden.
Het
was 地 ware kunst om muziek uit het toestelletje te
toveren.
De
echte duivelskunstenaars presteerden het om zo nu en
dan
zelfs radio Oranje vanuit Londen te ontvangen.
Op
zekere morgen wilde ik weer eens gaan experimenteren
met
het toestelletje, maar het was weg, compleet van de
aardbodem
verdwenen!
Mijn
broer Jan keek of ie van de prins geen kwaad wist.
Wanneer
mijn broer zich op 地 bepaalde manier gedroeg,
dan
wist ik meestal wel wat er aan de hand was.
Al
snel kwam de aap uit de mouw, hij had weer eens
ruilhandel
gepleegd.
De
kristalontvanger was weer van eigenaar verwisseld!
Jan
had mijn apparaat geruild voor 地 klein hakbijltje.
Ruilen
deed ook soms wel eens huilen.
|