Kolen
jatten
Behalve
het jatten van hout, was er nog ’n zeker zo gevaarlijke
bezigheid,
namelijk
het jatten van kolen.
Met
enige regelmaat, vooral in de late avonduren en in de nacht,
passeerden
vlakbij
ons huis kolentreinen.
Wij
woonden toentertijd in ’n doodlopende straat., de St.
Josephlaan.
Aan
het einde van deze straat lag de spoorlijn van Utrecht naar
Amsterdam.
De
treinen reden voornamelijk in de nachtelijke uren, omdat ze in
die tijd
overdag
door de Engelse jagers werden beschoten.
Al
het kolenvervoer was uitsluitend bestemd voor de Duitse
Wehrmacht.
Er
waren machinisten die op het traject vlakbij ons huis, de
treinen expres
heel
langzaam lieten rijden, dan nog verder inhielden, en hard
remden, zodat
er
kolen van de wagons vielen.
Er
vielen soms heel wat kooltjes van de wagons op en langs de
rails.
Dan
was het rapen geblazen met je juten zakje. Lang hebben wij hier
niet aan
mee
gedaan.
Vaak
was het ’n gevecht op leven en dood wie het recht had op de
eerste en
de
beste kolen.
De
opgeschoten jongens waren de baas op de rails.
|