Bielzen
jatten
Een
van de allergevaarlijkste bezigheden was wel het stelen
van
houten bielzen uit de stellingen van de Duitsers.
De
stellingen, die door de dwangarbeiders waren aangelegd,
lagen
voornamelijk op zeer strategische plaatsen zoals bij
forten.
Er
waren stellingen bij die al verlaten waren, maar dit wist
men
nooit van te voren.
Het
stelen gebeurde altijd in de late avond en in de nacht, de
periode
van de Sperrtijd, waarin je niet buiten mocht komen.
Hiermee
werden enorme risico’s gelopen, je wist immers nooit
waar
en wanneer de bezetter weer kon opduiken.
Diverse
malen is mijn vader in de stellingen bij fort Houten
geweest.
De
buit was groot: prachtige houten bielzen, die nadat ze waren
klein
gehakt, heel lang bleven branden in de noodkacheltjes.
Op
gammele fietsen moesten de bielzen naar huis worden
getransporteerd.
Het ging uiterst langzaam met die zware vracht.
De
kans dat je werd gepakt was groot.
Nadat
verschillende mensen waren gearresteerd en later zelfs werden
doodgeschoten,
hield mijn vader op met deze gevaarlijke bezigheid.
Gelukkig
waren er nog enkele restjes oude autoband die konden
worden
opgestookt, zodat er toch gekookt kon worden.
Alle
ramen gingen open vanwege de enorme stank.
Over
milieu gesproken.
|