Proclamatie
Eind
1941 werd de sfeer in de stad steeds grimmiger. Op allerlei
plaatsen
werden proclamaties opgehangen, meestal gesteld in het Duits
en
het Nederlands. Je zag ze op speciale borden, op bomen, in
winkels
van
NSB-ers en in openbare gebouwen zoals het station.
Met
hun vette zwarte Duitse letters hadden ze iets aanjagends.
Er
waren proclamaties over de aankondiging van de Sperrtijd, over
de
joden die een gele ster moesten gaan dragen, over mensen die
werden gezocht en op wier
hoofd een prijs stond.
Het
moet op een dag eind 1941 begin 1942 geweest zijn dat ik
op
weg naar school voorbij het café/restaurant "Het Zwarte
Paard" ,
vlakbij
de Paardenbrug liep.
Dit
was een druk bezocht café, want het lag vlakbij het Paardenveld
waar
op woensdag en zaterdag markt werd gehouden.
Het
café was nu vrijwel leeg en dat was heel ongewoon. Ik keek nog
eens
heel goed. Boven de deur en op verschillende andere plaatsen
zag
ik ’n geel plakkaat.
"Für
Jude verboten", stond erop. Voor joden verboden, zoveel
begreep
ik
inmiddels wel van het Duits.
Mogelijk
waren de vaste klanten weggebleven als een vorm van stil
protest.
De
meeste joden kwamen allang niet meer in dergelijke openbare
gelegenheden,
dat zou levensgevaarlijk zijn geweest.
De
enige proclamatie die tot tevredenheid stemde, was dat elke
familie
waar
een besmettelijke ziekte heerste hiervoor moest waarschuwen met
een
papier op de voordeur.
Zo
heerste bij ons thuis heel lang difteritis. We waren nog zo
gezond
als
een vis, maar op die manier waren onze onderduikers bij razzia’s
beschermd.
Helaas
kregen de Duitsers, die aanvankelijk heel bang waren voor
besmettelijke ziektes, dit
spel op zeker moment door.
|