"Foute"
Nederlanders
Onder
"Foute" Nederlanders verstond men degenen die met de
bezetter heulden.
De
ergsten onder hen waren de fanatieke NSBers, degenen die zich
uit volle overtuiging bij de NSB hadden aangesloten.
Zij
waren de verraders van de goede Nederlanders en het meest
gehaat. Ze probeerden zoveel mogelijk mensen aan de Duitsers
over te leveren.
Mijn
oom Marinus Spronk was een van hun slachtoffers. Hij was een van
de verzetsleiders van het eerste uur en is door verraad om het
leven gekomen.
In
een van mijn andere artikelen zal ik hier nader op ingaan.
Op
Dolle dinsdag 19 september 1944 vertrokken heel veel NSB’ers
naar Duitsland, bang voor wat hen hier in de toekomst mogelijk
nog te wachten stond. Wellicht rekenden ze nog op redding van
Duitse zijde.
Bij
ons in de woonwijk waren drie families die hartstikke
"fout" waren.
De
familie Schippers
De
gehele familie Schippers was lid van de gehate NSB.
De
kinderen Schippers waren lid van de Jeugdstorm. Ze droegen ’n
blauwe blouse met stropdas,
hun kepies waren zwart met een oranje bovenstuk.
Net
als hun ouders namen ze deel aan allerlei NSB manifestaties,
speciaal gericht op kinderen
In
NSB kringen was men dol op manifestaties met veel vlagvertoon en
'n toespraak van hun "Leider"
Wanneer
de jeugd uit de buurt de kans kreeg, werden de kinderen
Schippers in elkaar geramd. Ze werden voortdurend gepest.
Er
werden dreigende maatregelen door de NSB afgekondigd wanneer het
getreiter niet onmiddellijk zou ophouden.
Het
uitdagende gepest hield noodgedwongen op, maar heel stiekem kon
deze of gene het toch niet nalaten.
De
familie Reimers
De
familie Reimers had 3 zonen. De jongste, Gerard, was van mijn
leeftijd. Een van zijn broers was bij het verzet, de ander had
dienst genomen bij de Nederlandse Waffen SS.
Soms
liet Gerard wel eens iets los over zijn oudere broers.
Beiden
wisten van elkaar in welke wereld zij verkeerden, maar verraden
hebben ze elkaar nooit.
In1942
ging de oudste van de twee naar het Oostfront en keerde nooit
meer terug.
Ook
de tweede zoon die in het verzet zat heeft de oorlog niet
overleefd.
De
buurt wist wel dat de oudste zoon "fout" was, maar van
de tweede zoon, die in het verzet verschrikkelijk goed werk
deed, wist niemand behalve de familie zelf.
De
familie Reimers ging zwaar gebukt onder deze bizarre situatie.
Mevrouw
Reimers, een echte dame, ging er steeds slechter uitzien. Je kon
haar haast letterlijk zien lijden.
Haar
man was filiaalhouder van een COOP-winkel op de hoek van de
Amsterdamse Straatweg en de St. Josephlaan.
Er
kwam vrijwel niemand meer in zijn winkel en noodgedwongen moest
hij zijn zaak sluiten.
Kort
daarna verhuisde de familie Reimers naar elders.
De
familie Bouwman
Bouwman
was 'n "foute" politieagent en zeer gehaat in de
buurt. Hij behoorde tot het type verraders wat algemeen bekend
was.
De
jeugd van onze buurt haatte hem omdat hij alle ballen afpikte,
ook van de kleintjes van 6 jaar.
Ter
plekke sneed hij de ballen met 'n wrede glimlach in stukken.
Wanneer
we aan het voetballen waren, stond op elke hoek van de straat 'n
uitkijkpost om voor de "juut" Bouwman te waarschuwen.
Meestal waren wij hem te glad af
De
goede agenten konden nog wel eens iets door de vingers zien.
Daar kwamen wij met 'n waarschuwing vanaf.
In
de meeste gevallen mochten wij de volgende dag de bal op het
politiebureau komen halen.
Zoals
gezegd, Bouwman briefde alle zaken die zich in onze buurt
afspeelden door aan de Duitsers of aan zijn kompanen van de NSB.
De
buurt kon hier totaal niets aan doen. Alleen horen zien en
zwijgen. Van 2 families werd niets meer vernomen.
De
familie Schippers kwam na de oorlog in 'n interneringskamp
terecht. |