Giacomo Casanova - Inleiding

 

door Ed Schilders

 

De 'Geschiedenis van mijn leven', originele titel 'Histoire de ma vie', is één van mijn favoriete boeken. Het bevat de uitgebreide, curieuze, en vaak zeer intieme levensbeschrijving van Giacomo Casanova, door hemzelf geschreven aan het eind van zijn leven, toen hij na een avontuurlijk bestaan door geldgebrek en behoeftigheid 'veroordeeld' was tot de functie van bibliothecaris in de stad Dux. Casanova, Italiaan van geboorte, of liever 'Venetiaan', schreef deze herinneringen in het Frans in de jaren '90 van de achttiende eeuw, maar pas in 1961 verscheen het werk voor het eerst in volledige en verantwoorde druk. Vervolgens zou het nog dertig jaar duren voordat Theo Kars voor uitgeverij Atheneum hiervan een integrale en zeer precieze vertaling kon maken.

Aan die vertraging van bijna twee eeuwen zijn twee factoren schuldig. In de eerste plaats was het originele manuscript ongewoon, zelfs ongekend, volumineus. De definitieve uitgaven beslaan twaalf banden. Daarnaast stond het manuscript vanaf de helft van de negentiende eeuw, toen het ontdekt werd, in de kwade geur van de obsceniteit. Casanova schroomde immers niet zijn intiemste gedachten over en betrekkingen met tientallen vrouwen aan het papier toe te vertrouwen. Het heeft meer dan een eeuw geduurd voordat de verdenking van pornografie kon plaatsmaken voor het belang van een oprecht geschreven levensverhaal, inclusief de vleselijke intimiteiten. In zekere zin is de ondertussen aangerichte schade onherstelbaar. 'Casanova' werd synoniem aan 'wellusteling', en als zijn werk al in druk verscheen, dan waren het juist de pikant geoordeelde details die gekozen werden. De twaalfdelige, integrale, vertaling door Theo Kars deed voor het eerst volledig recht aan de sublieme autobiografie die Casanova geschreven heeft. Alle aspecten van het leven in de achttiende eeuw beschreef hij. Niet alleen de boudoirgeheimen. Die vormen, om precies te zijn, slechts een gering deel van zijn verhaal. Er wordt,. bijvoorbeeld, door Casanova vaker over culinaire geneugten geschreven dan over die van de bedstee en het hemelbed. Gelukkig is er dan ook enige jaren geleden een 'Casanova-kookboek' verschenen. Avonturier, diplomaat, oplichter, loterijbaas, fijnproever, reiziger, dichter, polemist, vrijdenker: het is allemaal even goed toepasbaar op Casanova als 'minnaar'.

 

In 1988 kon ik in het Belgische boekenstadje Redu een exemplaar bemachtigen van de Casanova-uitgave die door de Franse uitgever Javal in de jaren '30 verzorgd werd. De tekst van die uitgave is 'corrupt' (lees: gekuist) maar ik wilde deze tiendelige uitgave toch graag bezitten omdat zij de best- geïllustreerde is. Zij bevat ongeveer 200 prenten van de Franse schilder Auguste Leroux, en deze zijn alle met de hand ingekleurd. In de komende maanden zullen al deze prenten op CuBra verschijnen. Aanvankelijk werden deze unieke reproducties op het internet gepubliceerd op website Mousebit van mijn goede vriend Frans Tooten, die helaas veel te vroeg overleden is. Daarom heb ik naar een nieuwe webplek voor Casanova en Leroux gezocht, en mijn boekenrubriek in CuBra leek me een goed alternatief. Op zondag 8 juni 2003, Pinksteren, de dag waarop de vurige tongen over ons komen, verschijnen de prenten van deel 1 in een aparte Casanova-rubriek. Bij de prenten vindt u ook de tekst uit de levensgeschiedenis die er betrekking op heeft. Ook aan Auguste Leroux zal aandacht besteed worden. KLIK HIER om naar de inhoud van deel 1 te gaan.