Piet Schellekens  
Levenskunstenaars (5): De Leba

 

Een serie van 7 portretten.

Misschien zou je kunnen zeggen dat een levenskunstenaar iemand is die het alledaagse leven tot kunst heeft verheven op een zodanige manier, dat men ondanks alles zich redelijk gelukkig voelt. Een levenskunstenaar heeft er elke dag zin in, kan steeds opnieuw contact maken met vooral de mooie maar ook de minder mooie kanten in zichzelf en de omgeving en put daaruit een vast vertrouwen. Hij of zij leeft voornamelijk in het hier en nu, heeft nog een bepaalde onbevangenheid behouden en kan zachtmoedig en bevestigend reageren op wat zich aandient. Een levenskunstenaar kan nog spelen, kijken en dromen als een kind en leeft vanuit zijn of haar hart. In een serie van 7 afleveringen laat ik u kennismaken met een aantal levenskunstenaars, mensen die  stevig op beide benen staan en het leven tegemoet gaan met geopende handen.

Deel 5 De Leba

Ik kom deze man hierboven regelmatig tegen in Amsterdam en dan maken we een praatje. Door zijn vrije manier van leven in het hier en nu, zijn rijke levenservaring en kennis van de mensensoort, kan hij gerust bijgezet worden in de galerij van levenskunstenaars. Hij intrigeerde me vanwege zijn bijzondere uitdossing en zijn buitengewoon vriendelijke uitstraling. Hij leek een soort van tovenaar toen ik hem enkele weken geleden weer ontmoette. Het deed me terugdenken aan iemand die ik fotografeerde tijdens het Surinaamse Keti Koti-festival (zie de kleurige afbeeldingen helemaal onderaan). Na enige verdieping in het Surinaamse Winti-gebeuren bleek het inderdaad om een ‘tovenaar’ te gaan, een zogenoemde Leba, een wegbereider en boodschapper tussen de mensen en hun voorouders, de bewaker van het kruispunt tussen de geestelijke en de materiële werelden en tussen het rijk van de levenden en de doden. De Leba wordt altijd als eerste opgeroepen bij elk Winti-ritueel. In de Surinaamse Winti-religie is de Leba (Mama Leba of Papa Leba) de beschermer tegen boze geesten en allerlei rampen en ongeluk. Hij zorgt er onder andere voor dat de mensen in de buurt waar hij zetelt, hun rommel opruimen en schoonhouden. Ook beschermt hij de kinderen die onder zijn hoede zijn geboren. In onze Christelijke cultuur kennen we dit laatste fenomeen ook wel als peter en meter. Als de Leba vindt dat de bewoners een en ander niet naar behoren doen, maakt hij ‘s nachts buiten een hels kabaal, zodat de bewoners beseffen dat de goden niet tevreden zijn. Men gaat vervolgens bij zichzelf te rade of er wellicht rond het huis schoongemaakt dient te worden of dat het misschien weer eens tijd wordt om een Leba pai (een offer voor de Leba) neer te leggen. De verblijfplaats van een Leba is vaak onder een bananenboom. Men beeldt hem meestal af als een zeer oude man gehuld in lompen of bananenbladeren. De in lompen geklede Leba op de afbeeldingen hieronder, werd in het centrum van Amsterdam hoofdschuddend nagekeken door de vele kooplustige dagjesmensen en toeristen. Zouden ze die oude spreuk kennen: “De wijze kleedt zich grof en verbergt het juweel binnenin”?