Piet Schellekens  
In memoriam Ad Maas

een fotobijdrage

 

Op 21 december 2013 overleed  kunstschilder, beeldhouwer en dichter Ad Maas

 (Tilburg 1930 – Thorn 2013)

“ik heb mezelf
in een luchtbel geblazen
en wacht gelaten af,
waar de wind mij heen ademt.
het hoge koude noorden; het diepe warme zuiden
of zijn oost en west de einders
om uiteen te spatten.

als U bij toeval, mij voorbij ziet drijven: haal
diep adem en adem mij in, laat me voor lang
uw longen bewonen
als goede buur van uw hart.”

Ad Maas

Het was een rare gewaarwording om tegen Kerstmis een brief van Ad Maas te ontvangen en pas na ruim een week erachter te komen dat dit geen gewone brief was, maar een heus doodsbericht. Dat zit zo: Ad en ik stuurden elkaar lange tijd “kunstpost”, grapjes, humoristische anekdotes, teken-, knip- en plakwerk, welke ook de postbode vaak een vrolijke dag moet hebben bezorgd. Het was zeker niet de eerste keer dat ik van Ad een doodsbrief, een “blauwe enveloppe” of een gefakete officiële brief ontving, De ander op het verkeerde been zetten, daarin staken we elkaar naar de kroon. Maar toen ik na ruim een week de brief aan mijn vriendin liet zien, kreeg zij het sterke vermoeden dat het wel eens een echt doodsbericht zou kunnen zijn, wat bij nader inzien ook zo was. Tsja, dit keer dus géén grap. Voor ik het in de gaten had, was Ad in besloten kring gecremeerd en zat hij al hoog en droog in de hemel met een schare lachende engelen om zich heen. Zelfs even een subtiel berichtje naar beneden sturen is er niet meer bij, hij heeft het gewoon te druk.

Het echte overlijdensbericht

 

Ad Maas werd geboren in Tilburg (1930) in de Hasseltstraat, waar hij met zijn ouders en 4 broers een klein huisje bewoonde. Hij studeerde aan de Jan van Eyckacademie in Maastricht en aan de Katholieke Leergangen te Tilburg en was 30 jaar docent tekenen aan de Rijks HBS te Roermond. Vanaf 1970 tot aan zijn dood woonde hij in Thorn, waar hij een Limburgse hoeve verbouwde tot woonhuis, showroom en atelier, het atelier dat hij schertsend zijn Maasoleum noemde. Ad Maas heeft een bewogen leven achter de rug. Zijn huwelijk liep op de klippen, een teleurstelling die bleef doorwerken in zijn tekeningen, sculpturen en schrijfsels. Ook zijn docentschap moest hij na 30 jaar opgeven. Als eerlijkheid en rechtvaardigheid in het gedrang kwamen hield Ad geen blad voor de mond. Tactische en diplomatieke eigenschappen had hij nauwelijks, het ging met de botte bijl en dus kon hij opkrassen. Ad leidde een teruggetrokken bestaan, was wijs, eigenwijs en wars van elke autoriteit. Toen enkele jaren geleden zijn dochter na een slepende ziekte overleed, ging het steeds minder goed met hem. Zijn versleten rug begon sterk op te spelen, hij kon nauwelijks nog lopen, laat staan werken. Langdurige vriendschappen werden geforceerd verbroken, waarmee duidelijk werd dat Ad het niet meer zag zitten en naar een snel einde toe leefde. Sneller dan ik had verwacht. Wat rest is de herinnering aan een bijzonder gevoelig mens, een lieve, zachtaardige man met een goed hart die in elke situatie spontaan en creatief kon reageren op zijn omgeving. Eenzaamheid en tristesse verpakte hij in humoristische anekdotes, in duizenden schrijfsels en diepzinnige woordbeelden die vaak te maken hadden met menselijke relaties, met geloof, liefde en de dood. Ad Maas als mens en kunstenaar, had een sterke behoefte aan erkenning en waardering. Van tijd tot tijd kreeg hij die erkenning ook, maar door gebrek aan vertrouwen brak hij het opgebouwde meteen weer af. Ondanks alle zwaarte viel er met Ad ook altijd te lachen. Zijn creatieve werk kenmerkt zich door een unieke eigenheid. De Jean Laudy Stichting in Venlo heeft een groot deel van het werk van Ad Maas overgenomen.

De komende tijd zal ik op Cubra een aantal schrijfsels, woordbeelden en tekeningen  van Ad Maas laten zien, die hij me in de loop der tijd stuurde, te beginnen met het actuele thema: de dood.

Een gefaket doodsbericht