Dagenlang
zat het jonge roodborstjesvrouwtje al op hem te wachten.
Amper één jaar oud, haar borstveertjes nog enigszins donzig en gevlekt, was
ze stapelverliefd geworden op een roodborstjesmannetje van vier jaar (een
respectabele leeftijd voor een roodborstje), waarmee ik al langere tijd
bevriend was.
Hij keurde haar geen blik waardig, maar het feit dat hij haar niet verjoeg
sprak voor mij boekdelen. Heel toegewijd bleef ze voor de houtschuur zitten
wachten, elke dag opnieuw.
Inmiddels was ik zelf ook verliefd geworden. Op haar.
Ik vond haar zo mooi jong, zo lief en geduldig. Langzaamaan liet ze me toe tot
haar wereld en begon ik haar te verwennen met allerlei lekkers.
Plots verscheen het mannetje op het toneel en drong zich tussen mij en het
vrouwtje in. Hartstikke jaloers pikte hij alles voor haar neus weg.
Bescheiden trok ze zich terug tot dicht bij de schuurdeur. Toen het mannetje
zijn buik dik had gegeten, ging ook hij die richting in. Samen trippelden ze
onder de deur de schuur in
Piet Schellekens
Klik
hier om het volgende deel van 'Het roodborstje' te lezen.