De
allochtoon op het kerkhof van Olland
Net als in
de mensenwereld heb je in de bomenwereld autochtonen en allochtonen. Bomen
die hier oorspronkelijk vandaan komen en bomen die van oorsprong niet
inheems zijn. In onze streken komen van oudsher voor o.a. de linde, de
zomer- en wintereik, de beuk, de taxus en de meidoorn. Door mensen geïmporteerd
zijn bijvoorbeeld de moseik, de tamme kastanje, de acacia, de honingboom
en vele, vele andere soorten. Een van die uitheemse soorten is de
Amerikaanse eik, de Quercus rubra. Hij heeft zijn weg kunnen vinden in
onze bossen en is ook vaker solitair aangeplant. De exemplaren die te
vinden zijn in de bossen zijn vaak een grote ergernis van
landschapsbeheerders. Zij vinden dat deze bomen hier niet thuishoren en
dit 'PVV-standpunt' wordt nog eens ondersteunt door het feit dat deze boom
niet veel tolereert onder zijn gebladerte. De mode is dan ook om deze
eikensoort te rooien in de bossen net als tot mijn spijt de tamme
kastanje. Laat ik duidelijk zijn: ook ben voorstander van het herplanten
van bijvoorbeeld lindebossen in onze streken, zeker als dat ten goede komt
aan de biodiversiteit, maar als er toch al ergens tamme kastanjes en wat
Amerikaanse eiken staan dan mogen ze wat mij betreft best blijven.
Solitair komen we de Amerikaanse eik ook tegen als laanboom en soms als
solitaire aanplant. En vooral in dat laatste geval kun je zien hoe fraai
zo'n eik kan zijn als hij vrij kan uitgroeien. Een mooi voorbeeld is te
vinden op het kerkhof van Olland. Het is een fors exemplaar geworden die
geen last zal hebben van de kaplust van de allochtonen-haters.