Moordbomen
(2):
de eik van Ria Pagie
Het
is 30 augustus 1941. Het ontzielde en onteerde lichaam van Annie Remken is
gevonden bij de Franse Baan in Oisterwijk, Theodorus van Berkel wordt
gearresteerd, maar van de al 15 dagen vermiste Maria Norberta Joanna Pagie,
nog steeds geen spoor. Theodorus van Berkel wordt ondervraagd door de
politie maar verzint steeds nieuwe argumenten om aan te tonen dat hij
niets met de moord op Annie Remken te maken heeft. Zijn fiets met het
extreem grote stuur is dan bijna op de plaats van het delict gevonden,
maar dit zou komen omdat die gestolen was in Best tijdens een fietstocht.
Van een meisje dat Ria Pagie heet, weet van Berkel al helemaal niets. Al
draaiende met zijn verklaringen blijft hij ontkennen.
Op 23 oktober van dat jaar wordt er in de omgeving van Moergestel een
drijfjacht gehouden. Een van de participanten is de jachtopziener J.A.
Hommen. Tijdens de drijfjacht wordt zijn blik plotseling getroffen door
een blauw object in het struikgewas. Naderbij gekomen blijkt het een
kinderschoentje te zijn dat boven de grond uitsteekt. Hommen krijgt de
schrik van zijn leven als blijkt dat het lichaam van een meisje begraven
ligt onder takken en zand. Ria Pagie is gevonden, verkracht en gewurgd.
Theodorus van Berkel weet nog steeds van niets. Hij is nog nooit bij de
Pierenberg geweest in de bossen van Moergestel.
De Tilburgse bevolking is geschokt door de gebeurtenissen. Op 29 oktober
verschijnt een oproep in de Tilburgse Courant om geld in te zamelen voor
een grafmonumentje voor Ria Pagie. (Ma)ria Pagie die vermoord is op de dag
van Maria Hemelvaart. Met het opgehaalde geld is het monumentje gemaakt
naar een ontwerp van de kunstenaar H. Evers, dat nog steeds het graf siert
van Ria Pagie aan de Lovensestraat in Tilburg.
Op de plaats
waar het lichaam van Ria Pagie gevonden is, aan de voormalige Heukelomse
Baan op de hoogte van de Pierenberg in Moergestel, sneden Harrie Boogaers
en Dien Hoozemans een kruis in een oude eik. Deze plaats wordt nog steeds
'bij het vermoorde meisje' genoemd. Al bleek dat toen ik op zoek was naar
deze eik de aangesproken passanten het verhaal allen kenden, maar de
juiste plaats van de boom niet.
Een jaar
later, op 22 en 23 oktober en 3 december vindt de rechtszaak plaats. Van
Berkel wordt op 17 december veroordeeld tot 15 jaar voor de moord op Annie
Remken. Hijzelf blijft verdraaien en ontkennen. Bij hoger beroep oordeelt
de rechter op 26 februari 1946 dat van Berkel zijn vijftien jaar moet
zitten, zelfs zonder aftrek van voorarrest. Vanaf die dag verblijft hij in
de strafgevangenis van Leeuwarden.
In 1949 bekent van Berkel de moord op Annie Remken aan advocaat-generaal
mr van Gilse. De moord op Ria Pagie blijft hij ontkennen.
Het is 12 september 1955 als Theodorus van Berkel voorwaardelijk vrijkomt.
Hij vindt emplooi bij de ijzergieterij Global in Tegelen en vestigt zich
in april 1959 in Noord-Limburg. De Limburgers kunnen zich nu schrap
zetten. Van Berkel is in de buurt en dat zullen ze weten ook. Nog
diezelfde maand wordt hij veroordeeld door een rechter voor de diefstal
van 64 kilo bronsafval in Arcen en Velden. En anderhalf jaar later, op 11
september 1960, weet Theodorus weer het einde te maken aan een jong leven.
Ditmaal was de beurt aan de 11-jarige Hansje Hermans. Een maand nadien
wordt hij weer opgepakt en na een bekentenis ditmaal, wederom veroordeeld
tot 15 jaar en terbeschikkingstelling. Er wordt op dat moment gedacht dat
Theodorus van Berkel ook verantwoordelijk geweest zou kunnen zijn voor een
dubbele kindermoord in Mierlo op 11-8-1940.
In 1975 bekent hij zelf wel de moord op Ria Pagie en zinspeelt op de zaak
van Mierlo. Gelukkig komt in 1982 een einde aan deze dramatische
gebeurtenissen die veel Brabanders lange tijd beziggehouden hebben. In dat
jaar is Theodorus van Berkel gelukkig overleden.
(Theodorus van Berkel; foto uit het boek van
J.A. Blauw, zonder bronvermelding)
Mijn uitdrukkelijk dank voor de informatie over deze
moordzaak
gaat uit naar:
Mevrouw
Mien Heijmans,
voor de plaatsaanduiding van het graf van Ria Pagie.
Anton van Oirschot,
in wiens boek
'Merkwaardigheden in Brabant deel 2' ik voor het eerst las over deze zaak.
Wim van de Wouw,
oud terreinbeheerder van Stichting Brabants
Landschap die mij tipte over de juiste vindplaats van deze boom.
En voor informatie over de zaak zelf: oud-hoofdcommissaris
J.A. Blauw van Rotterdam, die deze zaak uitvoerig beschreven heeft in
zijn boek: 'Plaats delict: Nederland'. ISBN 90-261-1795-7.