Het
Heksenbusseke in Bergeijk
Vroeger
bestonden er heksen, nu niet meer. In de middeleeuwen gebeurde het vaak
dat mensen die afweken door hun uiterlijk, haarkleur of gedrag bestempeld
werden als heks. De medemens had er zo zijn methodes voor om uit te vinden
of iemand een heks kon zijn. Een bekende manier is om achter de
desbetreffende persoon aan te lopen en je eigen voetstap gekruist in de
voetafdruk van je voorganger te plaatsen. De plotselinge nabijheid van
zo'n kerkelijk symbool als het kruis deed de ware heks omkijken. Honderden
jaren lang heeft men zo onschuldigen vermoord, gefolterd en
opgesloten.
Johannes Wier, geboren in het Brabantse Grave is in 1548 stadsgeneesheer
in Arnhem, als hem om advies gevraagd wordt wat te doen met een aantal als
heksen betitelde mensen. De liberale arts interesseert zich vanaf dat
moment zo voor dit onderwerp dat hij enkele jaren later een boek schrijft
over dit onderwerp: 'De Praestigiis Daemonum et Incantationibus ac
Veneficiis' ('Over de Bedriegerijen van de Duivel en Betoveringen en
Vergiftigingen'). Het is het eerste wetenschappelijke werk dat het bestaan
van hekserij in twijfel trekt.
In het middeleeuwse Bergeijk had men nog geen weet van dit alles toen een
bosje eiken betiteld werd als het Heksenbusseke. Hier kwamen s'avonds 42
katten bij elkaar die hier hun heksensabbat hielden. Katten werden vaak
gezien als vermomde heksen. Dit Heksenbusseke staat er nog steeds. Ik las
er over in de 'Encyclopedie van Noord-Brabant' van Anton van Oirschot die
er deze foto bij plaatste.
Het bosje
ligt hier lieflijk midden in een akker. Het was dus even zoeken want ook
Bergeijk is meegegaan in de vaart der volkeren en wat eens deze fraaie
akker was is nu een industrieterrein. De straatnamen op het
industrieterrein herinneren wel nog aan het macabere verleden van deze
plek. Weerwolf, heks, geest en meer van dit soort enge woorden zitten in
de straatnamen. Het Heksenbusseke staat ietwat ontheemd tegen de
afrastering van een fabriekspand aan. Het is een verzameling van oude
eikenstammen. Of het uit de tijd van Jan Wier stamt weet ik niet. Het zou
kunnen, gezien de vorm, dat het lange tijd gediend heeft voor geriefhout.
Zowel de naam van het dorp als het wapen herbergt een eik, het
Heksenbusseke misschien?