Rustig
beschouw ik het ruisen
van
machine en mens
vertrouwend
op hun huizen
lijken
zij zonder wens,
paradoxaal
is dat niet
Langzaam
volg ik hun leven
en
zie hun weten en willen
hun
weinig ontvangen en teveel geven
ze
in hitte verkillen
paradoxaal
is dat niet
Soms
sta ik stil bij ze
dan
probeer ik ze te horen
een
articulatie van de
dingen
die ze redelijk geloven
paradoxaal
is dat niet
Botst
iemand tegen mij
dan
spreken zij in tekens
stap
ik opzij,
dan
geef ik hun hoofdbrekens
paradoxaal
is dat niet
Ik
lijk voor hun versteend
maar
ben meer levend
niet
hun snelheid die dat verleend
maar
gelovig wetend
paradoxaal
is dat niet
Dus
is dit stromen niet relatief
maar
dit verhouden wel
De
overgave als vrijbrief
en
de eeuwigheid zo snel
paradoxaal
is dat niet |