's nachts in spijkerbroek
komt
ze me bezoeken
nachten
aaneengesloten
door
vervagende studieboeken
de
ogen gesloten
Wil
ik haar afschudden:
ze
kust me in de nek
en
van schrik vergeet ik
me
om te draaien
laat
me kussen tot ik stik
Die
beelden lijken tijdloos
raken
me steeds weer
maken
me weer boos
verdwijnen
niet meer
maar
worden scherper
Zo
enorm werkelijk
dat
ik haar ruik
en
dat, hoe opmerkelijk,
haar
haar, zo sluik,
ik
tussen mijn vingers voel
Ik
maak haar zwaar
maak
haar een wezen
heel
langzaam maar
tot
in haar ogen valt te lezen
mijn
eigen verhaal
Ik
wil stoppen
haar
niet zien
misschien
me verstoppen
huilend
me misschien
verlossen
van dit spook |