BEVERSLUIS EN DOHMEN |
|
Moeder's plek
|
|
BEVERSLUIS EN DOHMEN |
|
Moeder Het
zal zo tussen twee
en half drie geweest
zijn toen moeder
opeens een zucht
slaakte en zich afvroeg
waar de echte wereld
eindigde en haar
kaartspel begon zij
speelt in haar eentje patience
speelt patience in
haar eentje op de veranda vindt
eerder herinneringen dan
troost in het spel haar glanzende
lippen lispelen af en toe
een woord als kutkaarten godver
weer niet of mooi maar dan
spottend ook het zonlicht kan
haar niet raken als zij daar niet
zelf om gevraagd heeft. de
kaarten schudt moeder met
een onvaste hand benieuwd
welke kaart openvalt
of verborgen blijft
aangevallen door vliegen
en muggen verdedigd door
een eenzame mot dan
tekent ze haar kinderen een
handzaam vermaak het
houdt de sleur weg het
vastleggen houdt de sleur
weg de kaarten verdrijven
moeder's stemming
naar buiten de
oeroude wetten van tevredenheid
tot huilt van
godweetwaar en wie vermoedt
of viert dat wat binnenin
haar schuilt?
|
|