Naam maan
Hij
staart wat omhoog
De
hemel is donker
Kijkt
naar een gele ronde
Bol
hij noemt de bol
Maan
opdat zij schijnt
Terwijl
het nacht zal zijn.
Maan
de moeder van
Haar
armen wier stralen
Sneden
in zijn ziel kerven
Bloedige
sneden de wens erfde
De
vader van zijn gedachten
De
rest was karakter.
Zijn
nieuws is het
Pauzenummer
van de
Werkelijkheid
geen
Mens
die het weten wil
Het
mooier maken van een
Omgeving
begint bij het
Benoemen
van het levenloze
En
het daardoor bezielen
Want
naam geven, is zin geven.
|