Het
immer batig saldo Matige
ogen priemen Prangende
vragen Stellen
pratende Hoofden
hun lekkende Neuzen
wat reukloze Noten
het geven En
nemen en gokken Op
uitkomst Het
immer batig Saldo
van de advocaat In
kwade zaken Een
vriendelijke Chinese
vrouw Hielp
hem zij Gaf
hem eten en Vroeg:
leidraad bij Hij
nam en gaf haar Graag
aan Er
gonsde De
woorden waaruit De
leidraad bestond Waren
niet uitgumbaar Stadslegendes
zijn Geschreven
in die Woorden
van schijn En
wezen waarmee Dichters
zich vermaken Voor
ze naar de vaantjes gaan Er
gonst De
belofte van knisperende
zakjes Waarin
het eten zit de Lege
ogen lege magen Waarin
dat eten zal Verdwijnen
Hij
wil meevallen en Opstaan
een Breedbekkikkerslach Op
zijn tronie hij zal de Dag
van zijn aanslag met
vreugde zien aankomen.
Enkel eenGa brilloos ten onder Of loop verder op Het plaveisel heen Het eerdere in het latere Latent aanwezig dat Buitengewone talent Van ironie te gronde Ten grondslag aan het Is en enkel een Manier om de dingen Te zien die er ook zijn Hoewel ze nooit waren Open ogen staren Grijsblauw naar Beneden misschien Voorspellen handen en haar Het onheil dat komt Dat nog even wacht Totdat het toevlucht En is en enkel een.
|