Avondland
Het
lijkt alsof we leven in een avondland
Waarover
straks stilletjes de nacht zal vallen
Gedachten
vastgezet als onderpand
De
vrijheden lekgeprikt als plastic ballen
De
meningen van de onverlichte aap
De
uitersten die elkaar hier raken
Het
avondland ontwaakt uit een droomloze slaap
Op
zijn gouden bergen wonen nu nochtans draken
Zo
kan iedereen weer naar wens wat brallen
Hoe
heiliger de huisjes des te gaarder de rapen
We
kunnen elkaar veilig dit leven uit knallen
We
haten elastisch we zijn plastic tolerant
Om
zo een identiteit bij elkaar te schrapen
De
moordzucht van verlichting die we slaken
Voor
we inslapen niets aan de hand
We
leven nog steeds in ons avondland.
|