INHOUD BESTE GEDICHTEN
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
POEZIE
INTERVIEWS
SPECIAAL


Print deze Pagina

Louis de Bourbon


Laus Brabantiae

 

Ik houd van het Brabantse land

door de eeuwen geteisterd, gehard,

als een phoenix verrijst uit den brand

rees zijn schoonheid uit rampspoed en smart.

 

Door geen legers van geuzen geknecht

maar versomberd van eeuwen in rouw,

gebeten op vrijheid en recht

maar zijn God en zijn Heren getrouw.

 

Land van vennen en wouden en wei,

rivieren, moerassen en zand,

Peel, land van Maas, Meierij

en het eenzame Kempenland.

 

Land van Altena, Biesbos, Breda,

oude zetels van adellijken roem,

schoon is elk oord waar ik ga,

gewijd elke naam die ik noem.

 

Heeft de dood weer uw akkers gekleurd?

Zijn uw steden en dorpen gewond?

Wie geknield en in deemoed treurt,

diens traan vindt een vruchtbaren grond.

 

Wie weet, dat geen lot wordt volbracht

in dit donkere dal van den tijd,

wie gelooft en wie hoopt, die wacht

op het licht van de eeuwigheid.

 

Ik houd van dit Brabantse volk,

van dit land tussen Schelde en Maas.

Zij de dienstmaagd des Heren zijn tolk

en het Goddelijk Kind zijn solaes.


Afkomstig uit: 'Land en Volk van Brabant', onder redactie van Antoon Coolen, (Amsterdam, ca. 1947).